Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Il y a longtemps Claudel. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Il y a longtemps Claudel. Sorteren op datum Alle posts tonen

maandag 19 maart 2012

Il y a longtemps que je t’aime

Omdat ik toch nog in de ‘Claudel- modus’ zit, deze film.
Hij is gecreëerd en geregisseerd door Philippe zelf. Ooit heb ik een stukje ervan gezien en hij bleef hangen in mijn geest. Waarschijnlijk vanwege de Franse sfeer en taal. Daar geef ik toch de voorkeur aan boven de Hollywoodprodukties. De lange shots met aandacht voor de mimiek en lichaamstaal, de bescheiden muzikale begeleiding en natuurlijk de taal spreken mij zeer aan.
Dit is een film die laat zien hoe mensen zich laten leiden door vooroordelen. Ook de intelligentsia ontkomt daar niet aan. De hoofdpersoon Juliette, gespeeld door Kristin Scott Thomas heeft iets op haar geweten maar er zijn weinig mensen die de tijd, de rust en de open houding hebben om te luisteren. Maar ook Juliette zelf loopt in die val. Een reclasseringsambtenaar doet duidelijk toenaderingspogingen, zoekt ook een luisterend oor maar ze ziet niets, luistert slechts oppervlakkig en is ook teveel vervult met zichzelf.
Wat kan er in de wereld toch veel ellende voorkomen worden door interesse te tonen en open naar elkaar te luisteren! Waarom zijn we eigenlijk zoals we zijn?
Ik herkende dezelfde vermoeidheid die Juliette zo liet zien; het geen zin hebben om jezelf te verdedigen voor wat is gebeurt. Zeker wanneer je al voelt dat het niet gaat landen vanwege de houding van de opponent is het zo zinloos allemaal.
Het verhaal neemt soms grote stappen. Niet alles wordt voorgekauwd, maar dat vind ik mooi, ik kan zelf ook wel denken en combineren. Juliette is gezegend met een jongere zus Lea, gespeeld door Elsa Zylberstein die onvoorwaardelijk van haar is blijven houden ook al begreep ze de exacte toedracht van het gebeuren niet.
Bij haar, door haar en haar dochtertjes en door een man die wèl de tijd neemt komt Juliette weer tot zichzelf. 'Je suis là....'
Zonder te veel te verklappen: als vrouw en moeder begrijp je vanaf het begin eigenlijk wel dat er meer is dan wat zichtbaar is. Dat niet alles zwart of wit is. Goed of fout. Dat alles zijn verhaal heeft en daardoor grijs is.
Ja, een bekend thema van Claudel. Lea heeft dat ook intuïtief door, haar man pas later.
Het is gewoon een mooie film die tot nadenken stemt met weer literaire discussies en uitspraken. Mooi genoeg om nog een paar keer te bekijken.

À la claire fontaine
M’en allant promener
J’ai trouvé l’eau si belle
Que je m’y suis baigné

Refrein:
Il y a longtemps que je t’aime
Jamais je ne t’oublierai

maandag 23 mei 2016

Het verslag van Brodeck


Geschreven door Philippe Claudel (1962) in 2007
Vertaald in 2008, ik las een digitale uitgave van de Bezige Bij uit 2009.
Ik ben een fan geworden van Claudel al moest ik erg aan hem wennen. Hij is zo ontzettend goed in verhalen vertellen met diepgang en vooral ook sfeer scheppen. Eerder las ik ‘Het onderzoek’; ‘Alles waar ik spijt van heb’; ‘Grijze zielen’; 'Meuse l’oubli' en zag ik de film ‘Il y a longtemps que je t’aime
Zijn verhalen spelen zich ‘ergens’ af, vaag herkenbaar en te duiden maar nooit precies te lokaliseren.

In dit boek drukt Claudel de mens met zijn/haar neus op het feit dat gemeenschappen geen ‘Fremdër’ en ‘Anderer’ in hun omgeving dulden. Zo lang het goed gaat, gaat het nog wel maar o wee als moeilijke tijden zich aandienen. Dat was in de tijd van Hitler zo en het geldt nog steeds. Dit boek gaat over die tijd ook al wordt nergens een woord gebruikt dat aan juist die wereldoorlog refereert. Daardoor moest ik soms aan Kafka denken.
‘Ik was meer het slachtoffer geworden van andermans angst dan van hun haat, of van enige andere emotie. Omdat de angst sommige mensen naar de keel vloog werd ik uitgeleverd aan de beulen, en die beulen, mannen die vroeger net als ik waren geweest waren zelf ook uit angst in monsters veranderd.’
De geschiedenis leert dat we niets van de geschiedenis leren.

Brodeck, als kind in het dorp gekomen, dus eigenlijk een ‘Fremdër’, moet een verslag schrijven over een gebeurtenis, een ‘Ereigniës’ met dodelijke(?) afloop. Over die afloop wordt slechts suggestief geschreven. Heel knap.
Terwijl Brodeck probeert de geschiedenis van die ‘Fremdër’, die op een dag met paard en ezel in het dorp verschijnt, te achterhalen en zijn verslag te schrijven, schrijft hij meteen een verslag over zijn eigen verleden. Een verwerking die gaat over zijn komst in dit dorp als kind, zijn arrestatie, zijn leven in een kamp, zijn bevrijding en terugkeer naar zijn geliefde die ook zo het één en ander heeft meegemaakt en nu alleen nog maar kan neuriën.
‘Spreken over mijn diepste gedachten is mij nooit gemakkelijk afgegaan. Ik schrijf liever.. Dan heb ik het gevoel dat de woorden braaf naar mij toekomen en als kleine vogeltjes uit mijn hand eten en ik met ze kan doen wat ik wil, maar als ik ze uit de lucht moet plukken fladderen ze weg. En door de oorlog is het er niet beter op geworden.’

‘Mijn naam is Brodeck en ik heb er niets mee te maken. Laat dat duidelijk zijn.’
Zo begint het boek.
Dat ‘niets mee te maken’ maakt dat Brodeck deze keer zichzelf buiten de gemeenschap plaatst.
De eerste keer, zelf als Fremdër in het dorp beland, had hij dat zelf niet in de hand. Deze keer wel, en gelukkig beseft hij dat uiteindelijk ook en trekt de enige juiste conclusie. Want heus, mensen blijven onbetrouwbaar. Helaas.
‘Wie heeft gelijk: degene die zich voorneemt de dingen die gebeurd zijn niet in het donker te laten verdwijnen of degene die alles wat hem niet uitkomt in de duisternis stort? Misschien is leven – overleven- niets anders dan besluiten dat de realiteit niet reëel is en dan een andere realiteit kiezen als de realiteit die je kent ondraaglijk wordt.’

Wanneer het boek je in zijn greep krijgt is het een page-turner. Ik wilde alleen maar weten wat er nu echt gebeurt was. Kloppen die suggestieve woorden? Soms is dat wel jammer want eigenlijk moet je langzaam lezen en genieten van de schrijfkwaliteiten. Als iemand zó een onweersbui kan ‘schilderen’ dan is die bui ook bedreigend....

‘Aan de oostelijke horizon verdwenen de kammen van de Hörni’s in het dikke metaalachtige magma. Aangetast door het wollige gangreen van de wolken, zodat je het verstikkende gevoel kreeg dat de hemel steeds lager kwam te hangen en uiteindelijk, vroeger of later, de bossen en de daken van de huizen zou verpletteren. Her en der zag je marmeringen in de deegachtige massa die hem kortstondig deden oplichten met een onwerkelijk, geelachtig licht, maar die onderdrukte of mislukte flitsen gingen nooit met enig lawaai gepaard. De hitte was dik geworden en vloog je naar de keel als de hand van een misdadiger die hem vastgrijpt en met onverbiddelijke zekerheid dichtknijpt.’