Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Rothko. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Rothko. Sorteren op datum Alle posts tonen

donderdag 31 augustus 2017

De stilte van het licht



Ondertitel: ‘Schoonheid en onbehagen in de kunst’
De laatste essaybundel van Joost Zwagerman (1963 - 2015) Ik las een digitale editie naar de eerste druk.
Maar ik weet nu al dat ik opzoek ga naar een tweedehands papieren versie.
De foto’s van de schilderijen zijn namelijk in zwart wit en dan mis je teveel.

Na ‘brieven uit Genua’ van Pfeijffer ben ik in ‘Eilandgasten’ begonnen van Vonne van der Meer, daarna in ‘Vaslav’ van Arthur Japin maar geen van die boeken konden me boeien; wat een geneuzel.
Ik weet het; ik doe hen tekort. Maar zomaar alles achter elkaar door slobberen zoals vroeger kan ik niet meer.
Deze bundel was een stuk aangenamer.


Langzaam lezend; de kunstwerken waar Zwagerman zo boeiend over schrijft erbij zoekend via Google, meekijkend; zo had ik weer het gevoel dat ik leefde.
Hoe mooi kan kunst zijn wanneer je een klein beetje bij de hand wordt genomen en gaat leren kijken.
KIJKEN.
Naar het hoe en mogelijk het waarom, al gaat Zwagerman soms wel heel ver naar mijn idee.
Zelfs naar contemporaine kunstwerken zoals die van Koons, Polke, Hopper en Borremans, Dumas en Rothko kijken wordt leuk. Er zitten echt mooie tussen.
Over Rothko schreef ik al eerder.

Ik merkte nu ook dat ik gewoonlijk te weinig de rust neem om te kijken. Maar in een museum lukt dat nauwelijks. Er is ook zoveel te zien. Veel te veel prikkels.
Zus Cathy is eens naar het Rijksmuseum geweest om ‘de Nachtwacht’ te bekijken. Daarna is ze weer naar buiten gelopen. Ik begrijp het.
Maar voor één schilderij per keer zijn musea toch echt te duur.
Via ‘Google afbeeldingen’ laat ik echter bij voorkeur een hele lading met kunstwerken van één kunstenaar over mij heen komen. Om de sfeer te proeven.
Van Joan Miró word je vrolijk, bij Koons haal ik mijn schouders op zoals hijzelf ook – heel doordacht - doet maar van Borremans en Dumas werd ik al depressief. Laat staan iemand die veel gevoeliger is.
Niet alleen schilderijen komen aan bod; ook literatuur en performance kunstenaars al zijn die in mindere mate vertegenwoordigd.

Deze bundel kon ik niet lezen zonder het feit in mijn achterhoofd dat hij er hierna een einde aan gaat maken. Hij groeide er naar toe door te veel – waarschijnlijk onbewust – over ‘leegte’, ‘verdwijnen’, ‘stilte’, ‘het verlangen om er niet te zijn’ enzovoort, te schrijven.
Ik geef direct toe dat voor mensen die in tijd voorbij zijn aan die gebeurtenis alles gemakkelijker te duiden is en de neiging om die betekenis aan zijn teksten te geven misschien te veel aanwezig is.
Ook zat ik mij al lezende en kijkende te realiseren dat ik blij ben dat ik niet zo’n gevoelig wezen ben zoals Joost, die zo ongeveer begon met ‘vals licht’ en zich heeft ontwikkeld tot de stilte ervan.
Enne Joost, een glazen stolp over een (open) uurwerk was heel normaal hoor, ondanks jouw mooie verklaring. Volgens mij was dat een bescherming tegen het stof. (p 201-202)

‘Wat is de staande uitdrukking? Eerst Napels zien en dan sterven. Goethe zag wel wat in dat adagium en schreef erover. In onze tijd behoort het adagium toe aan cabaretiers die ons aansporen om naar Parijs of een andere wereldstad te gaan, om daar dan elke dag uitbundig te leven alsof je laatste uur geslagen heeft. Zó moest dat nu juist niet volgens van Gogh. Het moest juist omgekeerd. Eerst sterven, en daarna kon je Napels en al het andere ter wereld pas écht zien.
Zo moet het, denk ik, zijn. Eerst sterven, het liefst ‘een paar keer’ en je daarna opnieuw onderwerpen aan het rood van Rembrandt. En kijken wat er dan gebeurt. Vast heel veel.’


Nog een kleine correctie van mijn kant:
'In het evangelie volgens Lucas diende een wolk als een soort megafoon: 'En er klonk een stem uit een wolk, die zeide: Deze is mijn Zoon, de uitverkorene, hoort naar Hem.'
Misschien had Herman Gorter die Bijbelplaats in gedachten toen hij, in de Verzen van 1890, schreef:
'en de vaders en voorouders stonden omhoog
in stille wolken met hun schouders
Toen werd het stiller en een wolk van licht
begon te drijven op het zeegezicht'.


Ik denk dat Gorter verwees naar Hebr 12:1 waar geschreven staat dat wij door een wolk van getuigen omringd worden.

In ieder geval een aanrader voor allen die geïnteresseerd zijn of willen raken in beeldende kunst.


We're two of a kind
Silence and I
We need a chance to talk things over
Two of a kind
Silence and I
We'll find a way to work it out




dinsdag 24 februari 2015

Mark Rothko (1903-1970)


Dag meneer Rothko,


Vandaag ben ik naar een expositie geweest van uw schilderijen in het Haags Gemeentemuseum.
In deze tijd hebben wij de mogelijkheid om via de computer – u weet waarschijnlijk niet wat dat is - e-tickets te bestellen, dan kun je zomaar langs die lange rij wachtenden voor de kassa zoeven en ben je zo binnen. Dan is het ook nog lekker rustig zodat je tenminste nog iets kunt zien.
Via een cursus kunstgeschiedenis had ik al van u gehoord en ook dat er een schilderij van u tegen een recordbedrag is geveild. Dat hebt u vast nooit kunnen bedenken en is toch leuk voor de verkoper.

Dát schilderij was er niet maar anderen wel. Veel mensen zullen zeggen: ‘wanneer je er één hebt gezien dan heb je ze allemaal gezien.’ Maar daarmee ben ik het niet eens. Ze hebben toch allemaal hun 'eigenheid'.
Ik had op de expositie een hoge dosis esoterische tantes verwacht omdat u spreekt over spirituele ervaringen waarvan u moet huilen maar dat viel best mee. Ik heb ook niemand zien huilen. Er waren ook kinderen met hun ouders die hen wat culturele bagage wilde meegeven. Ze lagen soms languit op de grond met hun potloden te experimenteren en er waren belangrijke, in het zwart geklede mannen die indrukwekkende gesprekken hielden over ‘Vogue’ enzo. Al weet ik niet precies wat dat met uw schilderijen van doen had.

Gelukkig was ik daar met mijn kunstenaar-schoonzus die mij het e.e.a. kon uitleggen. Over uw ingewikkelde techniek van laag over laag terwijl de verflaag toch niet dikker lijkt te worden en waar de onderliggende kleur zo mooi doorheen schijnt zodat een kleur gaat léven. Kennelijk is dat iets wat niet elke, zichzelf kunstschilder noemende, artistiekeling kan.
Dat, hoe langer je kijkt hoe meer kleuren je ziet.
Gelukkig zag ik dat ook wel. Met mijn kegeltjes is niks mis.

Volgens de advertenties zou je in uw schilderijen gezogen worden dus ik had mij schrap gezet. Mijn schoonzus had daar echter meer ‘last’ van dan ik. Kennelijk ben ik daar toch te nuchter voor. Gelukkig maar, nu kon ik haar steeds nog net aan haar pumps terughalen. U hebt wat teweeggebracht.
Wat ik enorm in u waardeer is dat u veel van uw schilderijen gewoon zonder titel hebt nagelaten. Ik zou ook niet weten welke titel geschikt is voor zo’n kleurvlak maar nu wist ik tenminste dat ik nergens naar behoefde te zoeken en dat ik niets kon missen.
De mooiste vond ik deze:
Het lijkt wel of het gele vlak helemaal opbolt en naar je toekomt. Ja sorry, het tegengestelde van ‘inzuigen’. Jammer dat u overleden bent anders zou ik u aanraden de randjes wat strakker te trekken.

















Het allerleukste vond ik, en dat vindt u misschien niet leuk, één van uw eerste schilderijen van een dame. Ik herken de ‘zit’. Nog even en ze gaat met haar enkels draaien. Bij mij knakt dat zo lekker. Ik ben de enige die dat vind.















Ik heb een foto gemaakt van een mevrouw voor één van uw schilderijen. Ik was onder de indruk van haar. Ze was helemaal in vervoering. Jammer dat ze een zwart truitje aanhad maar als ik eerlijk ben vind ik in dit geval mijn foto mooier dan uw, wat depressief aandoende schilderij.


Maar verder mijn complimenten voor uw kleurgebruik in uw vrolijke periodes.
Echt mooi.













/simplistische modus


donderdag 1 oktober 2015

Cremer en Turner












In het ND stond vorige week een artikel over een of andere tentoonstelling en mijn oog viel op twee plaatjes van schilderijen.
En omdat ik toch nog een beetje in de ‘kunstmodus ’ zit: Wat zie ik, wat doet het met mij en waarom vind ik het mooi /lelijk.
Zo zag ik als eerste een werk van Jan Cremer: 'Red Horizon'.

Zie ik een rode horizon? Jawel maar ik zie nog veel opdringeriger in de weerschijn van de zon op het water een mannetje op een paard/beest.
En dan raak ik in mijn hoofd in conflict. Ik zie steeds dat ‘mannetje op een paard/beest’ terwijl ik volgens de kunstenaar een rode horizon moet zien.
Beseffen kunstenaars wel wat ze de mensheid aandoen met vage schilderijen en overduidelijke titels?
Zou ik zoiets aan de muur willen hebben en elke keer weer met dat ‘breinige’ conflict geconfronteerd willen worden?
Nee dus. Wanneer er iets redelijk abstracts aan mijn muur komt moet ik daarin weg kunnen dwalen, kunnen fantaseren en me niet steeds gedwongen moeten voelen vanwege een titel om er iets in te zien terwijl iets anders zich meer aan mij opdringt.
Zo zag ik eens een schilderij van een christenkunstenaar waarin ik alleen maar een gapende vagina zag. Hoe geweldig keurig christelijk de uitleg van de kunstenaar ook was; ik zag alleen die vagina.
Stel je voor.....boven de ontbijttafel.....
Ik heb het nooit durven vertellen.

Misschien is het dát, waarom ik moeite heb met zoveel modern werk.
Het woeste verfgebruik van Cremer kan ik echter wél zeer waarderen.
In ieder geval heb ik het, voor mij ideale muurplaatje nog steeds niet gevonden.

Heel anders is het met het werk van Turner. Een impressionist avant la lettre. 'Wolken en water' is een lekker neutrale titel. Net zoiets als de nummers bij Rothko.
Ik mag daar een berg en een boot in zien en er verhalen bij verzinnen.
Zijn ‘trein’ is ook zo mooi. Daar kun je alle kanten mee uit.
Beide eerder genoemde schilderijen zijn te zien in dat bewuste museum.

donderdag 3 januari 2013

Kunstgeschiedenis V

Het laatste traject kunstgeschiedenis ging over de kunst en architectuur van na 1850 tot heden. Na de Franse Revolutie bleef het onrustig op de ‘kunst markten’ Allerlei stromingen en tegenstromingen bestrijden elkaar en vervloeien in een geheel van emotionele -ismen.
Kloven ontstaan tussen kunstenaars en publiek en kunstenaars onderling. Bijvoorbeeld van Gogh en Gaugain.
De meest bekende stromingen zijn het Burgerlijk realisme, dat vasthield aan de traditie. De School van Barbizon, voorlopers van het Impressionisme. Het Realisme, Post impressionisme, Symbolisme en Expressionisme, Fauvisme, Kubisme, Futurisme, Dadaïsme en Surrealisme. Abstract expressionisme, Popart en Postmodernisme. Deze kun je weer verdelen in allerlei onderstrominkjes.

Ga er maar aan staan.
….als je verbanden wilt vinden vind je die altijd, overal en in alles, de wereld explodeert in een netwerk, in een draaikolk van verwantschappen en alles verwijst naar alles, alles verklaart alles……
Een uitspraak van Umberto Eco in ‘de slinger van Foucault’
Zo voelde ik mij soms ook rondgeslingerd tussen alle stromingen.
Het is heel boeiend om, zeker wat betreft de modernere kunst, een poging te doen om het te begrijpen. Soms is het mooi, maar niet interessant en soms is het interessant maar niet mooi. Soms allebei, mooi en interessant maar nog vaker allebei niet.
Ook al begrijp ik het wel.
Dan zie ik de kunstenaar-mens, gevoelig voor indrukken, stuurloos, aandacht vragend voor eigen emoties, niet beseffend dat elk mens het druk heeft met de eigen emoties en die ook allemáál gehoord willen worden in een steeds dover wordende wereld.

Tussen het cycladische beeldje en dit schilderij van Mark Rothko ('Oranje, rood, geel' en het duurst verkochte naoorlogse kunstwerk) zit een periode van pakweg 4000 jaar en voor mij een lange, boeiende reis van tien avonden, ruim 900 bekeken dia’s plus een bezoek aan het Utrechtse Catharijneconvent.
Het enthousiasme van de docent met zijn lijnentrekkende en uitleggende performance zal ik me altijd blijven herinneren.
Ik heb ervan genoten.