Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Tonio. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Tonio. Sorteren op datum Alle posts tonen

zaterdag 22 december 2012

Tonio

Een requiemroman door A. F. Th. Van der Heijden.
Aangrijpend boek. Aangrijpend op meerdere manieren.
Het verliezen van een kind op bijna tweeëntwintig jarige leeftijd door een fietsongeluk, dat is de rauwe werkelijkheid. Zulke dingen gebeuren. Ze leveren een eindeloos verwerkingsproces op.
Onze jongste heeft nu die leeftijd. Ik moet er niet aan denken.
Als je er kansberekeningen op los laat ben je kwetsbaarder dat zoiets je overkomt wanneer je vier kinderen hebt.
Toch is dat niet zo. Wanneer je er één hebt zoals Adri en Mirjam dan ben je pas echt kwetsbaar.
Je leven als vader en moeder is dan voorbij. Het grootste doel om voor te leven is er niet meer. Je verliest kennelijk je eigenwaarde. De genealogische lijn stopt. Dat maakt alles intens verdrietig.
Ik las het boek als eerste op mijn e-reader. Omdat ik s ’nachts nogal eens wakker lig heb ik er één voor mijn verjaardag gekregen. Met verlichting. Een geweldige uitvinding. Behalve met de Herder praten (schaapjes tellen gaat vervelen), kan ik nu ook lezen zonder dat mijnheer Cathy er last van heeft.
Het vervelende met zo’n verdrietig boek is dat liggend in bed door de zwaartekracht de tranen op verkeerde plaatsen belanden. Oren zijn er niet op gemaakt om ze te verwerken en in de intimiteit van de nacht hakt zo’n boek er extra in, zo lijkt het. Gelukkig ben ik erin getraind om andermans leed weer van me af te zetten.
Wat ik ook zo aangrijpend vind is dat er van enige troost door een vorm van religie geen sprake is. Behalve in een enkele vloek komt God niet aan bod. Ondanks de joodse afstamming van moeders kant. Geen hoop, geen uitzicht. Dit boek toont het verschrikkelijke, kale menselijke leed in al zijn intensiteit.
“Wij ontlopen de hoop niet, de hoop ontloopt ons”.
Als een kind is overleden is ie juist altijd aanwezig. Pan-tonio-nisme. Tot deze uitspraak komt de schrijver en ik geloof hem. “Met een sofistisch foefje zou ik dus aannemelijk kunnen maken dat hij dood voor mij belangrijker is dan levend. Uitgesloten.
A. F. Th. switcht heen en weer tussen verleden en heden. Zo zie je Tonio opgroeien en op deze manier krijg je de indruk dat het leed stukje bij beetje in de menselijke geest wordt toegelaten. Zo ervaren de ouders het ook en zo werkt het denk ik, als een soort overlevingsmechanisme van het brein bij extreme schokken.
Op zoek naar de ware toedracht van het ongeluk weet A. F. Th. te boeien en bedolven onder al dat verdriet zelfs nog wat spanning op te bouwen.
Zijn beschrijvingen van de ontvangst van het Nederlandse voetbalelftal in Amsterdam dat ‘s werelds 2e werd in 2010 krijgt iets grimmigs wat overigens, ook zonder zijn verdriet heel terecht is.
Uiteindelijk durven de ouders het aan om de cameraopnamen te bekijken die er vanwege ‘Big Brother’ via het Holland Casiono op het kruispunt zijn gericht. Helaas, het cruciale moment ontbreekt in de schokkerige beelden. “Aldus ontbrak de oorzaak, maar niet het gevolg”.
Aansprekend is Tonio’s stenenverzameling waar ie zo trots op was en waar hij op zijn kindeigen manier geld van zijn ouders aftroggelde; dan nu zijn ouders die de laatste steen voor hem moeten aanschaffen. Met inscriptie.
Het breekt je hart.

De mooiste kunst wordt vaak verkregen uit de ellendigste ervaringen. Hoe dat in het hiernamaals zal gaan is mij nog een raadsel.

A. F. Th. van der Heijden heeft er de Libris Literatuurprijs, de NS publieksprijs en de P. C. Hooftprijs 2013 voor gekregen en ook in 2011 de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre . Heel verdiend, maar of ie er echt blij mee kan zijn?

vrijdag 8 juli 2022

Eten


Voor veel mensen is het diner tijdens hun vakantie periode zo ongeveer het hoogtepunt van de dag. Op de vraag of het een leuke of goede vakantie was komt nogal eens het antwoord dat het eten lekker was. Ook binnen mijn familie word ik via watts- app getrakteerd op foto’s van maaltijden.
En dat interesseert mij totaal…. niet.

De zintuigen oren en ogen zijn bij mij beter ontwikkeld dan mijn smaakpapillen. Dat is vaak best handig; ik lust zo ongeveer alles, inclusief goedkope wijnen. Al moet ik toegeven dat kortgeleden een glas rosé meer naar een natte hond smaakte. Maar dat zijn uitzonderingen.


Nu wil ik toch een paar restaurants noemen waar we in de vakantie ontzettend lekker hebben gegeten al zal dat nu vanuit mijn toetsenbord wellicht niet erg geloofwaardig overkomen.
Bij de eerste, 'La Nesque' in Villes sur Auzon (geen foto's) wat aan de zuidkant van de Mont Ventoux ligt, zijn we al vaker geweest. Eten gebeurd tijdens de zomermaanden in de half overdekte tuin. Daar hebben wij het idee vandaan om over ons terras ook rietmatten te installeren in tijden van Hollandse hittegolven.
Helaas heeft de Corona daar ook toegeslagen en was er te weinig personeel en maakte het geheel een wat verwaarloosde indruk. Het eten was echter zoals wij daar gewend zijn, heerlijk. 
Het charmante van die avond was dat de kok mij vertelde dat hij zich mij herinnerde. Waarop mijnheer Cathy dat weer de bodem in sloeg door te zeggen dat hij dat, als echte Fransman, natuurlijk tegen iedereen zegt.
Waar of niet, dat is de rede dat ik wel van Fransen hou. Ze zijn gewoon beter gemanierd zelfs al begin ik symptomen van bejaardheid te vertonen.

De tweede was restaurant/bar de l’ Estérel (Chez Tonio) in Les Adrets-de-l'Estérel de l’Eglise. Ook in dat dorpje hadden we al vaker gekampeerd op een mooie camping omringd door oude olijfbomen.
We zijn zo vaak langs deze bar gereden en zagen altijd hoe gezellig het daar was…….dit jaar zijn we er een paar keer wat wezen drinken en eten. Heerlijk! en met een formidabel uitzicht wat je van de weg af niet kon zien. De muziek was ook prettig: rock ballads.
Oog en oor strelend. En o ja, ook de smaakpapillen.
Wat een rijkdom om zo vakantie te kunnen vieren.





 

maandag 12 december 2016

Contrapunt


Geschreven door Anna Enquist in 2008. Dit was een digitale editie naar de tweede druk.
Eerder las ik van haar ‘het Meesterstuk’, ‘het Geheim’ en ‘de Thuiskomst’. Ook staan haar ‘Alle gedichten’ op mijn boekenplank.
Waarom ik dit boek nu pas heb gelezen weet ik niet.
Misschien omdat ze een wat zwaarmoedige schrijfster is.
Misschien omdat ik ergens gelezen had dat dit een ‘verwerkingsboek’ is over haar - op zesentwintig jarige leeftijd - verongelukte dochter.
In ieder geval: ik heb het gelezen en was onder de indruk.





Het is een prachtig gecomponeerd requiem in boekvorm wat voor mij ver uitstijgt boven bijvoorbeeld ‘Tonio’ van A.F.Th. van der Heijden.
Maar wanneer je niet veel van muziek weet ontgaat je teveel, denk ik.
Zoals: ‘Ze studeerde uit de Peterseditie…’
Voor mij waren dat vroeger de ‘echte’ muziekboeken. Wanneer je daaruit speelde dán betekende je pas iets.
En: ‘Een andere uitgave had haar meteen doen stuntelen en misslaan, verward gemaakt en gedesoriënteerd.’
Ook zo ontzettend herkenbaar. En het zwoegen op muziekstukken. De hekel aan fuga’s. ‘Teveel cerebraal, te zeer bedacht.’
De sfeer om blokfluitjes waar ik ook op ben begonnen net als mijn kinderen.
Zo kan ik wel even doorgaan wat muziek betreft al is Enquist beduidend gevoeliger dan ik. Ook wat moeder betreft was er genoeg herkenning: de manier om met de oudste om te gaan wanneer de tweede is geboren. En bij mij nog eens de derde en de vierde.
De angst om kinderen kwijt te raken; de behoefte om hen voor ‘foute keuzes’ te beschermen terwijl je weet dat dát juist verkeerd is.
Het blijven zitten bij de aftiteling van een film uit respect voor alle mensen die hebben meegewerkt en voor de muziek.
Het boek zal trouwens binnenkort wel verboden worden want ergens schrijft ze over ‘Zwarte Pieten’ ...... / sarcasm.

Anna is psychoanalytica en heeft conservatorium piano gedaan. Bijvak cello.
‘De vrouw had zich verdiept in de neurochemie van het trauma. Wat zich in het leven voordeed als een ramp, luidde in de hersenen een bombardement in dat geheugencircuits, synapsen en verbindingen voorgoed vernielde. Een catastrofe luxueerde een cortisolwaterval die een destructie zonder weerga teweegbracht. [….] Wat kon je doen? Wat moest je beginnen om de losgeraakte verbindingen te herstellen? Was het mogelijk om enige orde in de aangerichte chaos te bewerkstelligen?
Spelen. Pianospelen hielp. Door het moeizame, zo oplettend mogelijke, repetitieve studeren weefde de gewonde pianist geduldig aan de verbinding tussen beide hersenhelften.’

De vrouw studeert (opnieuw) op de Goldbergvariaties van Bach. Ook hij verloor een kind van vierentwintig jaar oud in 1739 en schreef daarna deze variaties in 1740. ‘Ter verstrooiing van het gemoed’. Anna legt een verband.
Elke variatie levert speelproblemen op maar ook herinneringen aan vooral haar dochter en een beetje man en zoon. Die herinneringen zijn, in tegenstelling tot de variaties, niet chronologisch.
Het 'de vrouw' en 'de dochter' creëert een afstand. Een stijl die door andere schrijvers is nagevolgd. Ik weet ook niet of zij echt de eerste was.
Een muzikaal kritiekpunt: een piano kun je niet ‘schrijnend’ laten spelen. Het blijven hamertjes die tegen snaren slaan. Een viool of cello kan dat wel. Maar later komt ze daar inderdaad op terug.
Een literair kritiekpuntje: het werkwoord ‘kannen’ i.p.v. ’kunnen’ heeft ook bij Enquist haar intrede gedaan. Dat is jammer.

Contrapunt: een verband tussen twee of meer (onafhankelijke) stemmen. Noot tegen noot; binnen de twee notenbalken ieder met hun eigen complexiteit. Op de coverfoto: hand tegen hand.
Maar ook de vrouw tegen Bach, de muziek tegen de literatuur, het leven tegen de dood.



Nu lijkt het of ik ook een Bach-fan ben maar dat is niet zo. Dit waren verplichte nummers uit mijn orgellesperiode. Mijn voorliefde voor componisten ligt meer in de impressionistische periode.
Voor Bach ben ik nog niet genoeg ontwikkeld om hem echt op waarde te schatten.