Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Cees Nooteboom. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Cees Nooteboom. Sorteren op datum Alle posts tonen

zaterdag 6 augustus 2016

Paradijs verloren


Geschreven door Cees Nooteboom (1933) in 2004. Ik las de vierde druk uit 2011.
De naam Cees Nooteboom kende ik wel, maar geen enkele van zijn boeken. Hoe is dat mogelijk, vraag ik mij af, want hij heeft zo ontzettend veel geschreven en verschillende prijzen in de wacht gesleept.
Nu zijn er in dit land zoveel schrijfprijzen dat het best knap is wanneer je die weet te ontlopen.
Dit was mijn eerst kennismaking en ik viel op de letterlijk vertaalde titel: ‘Paradise lost’. Die van Milton.
Al verschillende keren heb ik die geprobeerd te lezen maar ik kom niet door dat oude Engels heen.
Welke bedoeling heeft een Nederlandse schrijver ermee?

Het begint allemaal een beetje verwarrend: een man (schrijver) die een aantrekkelijke vrouw (achteraf bezien Alma) bestudeerd in het vliegtuig. Ze leest een boek. Hij is nieuwsgiering maar komt er niet achter welk boek. Aan het einde, wanneer hij haar weer ontmoet, met hetzelfde boek blijkt het ‘Paradise Lost’ te zijn maar ook zijn eigen boek?
Dan een verhaal uit Brazilië. Alma en Almut, hartsvriendinnen met 'Duitse opa's die na de oorlog naar Brazilië gekomen zijn en nooit over hun verleden willen praten'.
Zij hebben het plan om ooit naar Australië te gaan om daar een – in mijn woorden- authentieke wereld/ paradijs te vinden maar die/dat niet blijkt te bestaan. Alma (betekenis: meisje, maar misschien een verwijzing naar de Alma Mater) is de gevoelige van de twee; is dol op engelen en wordt als puber in een buitenwijk van São Paulo verkracht door een groep jongeren; een zwarte wolk .
In Australië maakt zij van alles mee; heeft een week lang een verhouding met een kunstzinnige Aboriginal, maar ook aan dat ‘paradijs’ komt weer een einde en als engel heeft ze een bijna - verhouding met een Nederlandse man.

Het volgende verhaal is een Nederlandse man en literatuurcriticus, Erik Zondag, die naar een kuuroord gaat en daar een bekende van vroeger tegenkomt. Jawel: Alma.
Maar ‘Engelen horen niet bij mensen’.
De epiloog is heel interessant: daar komen we weer de schrijver uit het eerste verhaal tegen en Alma (als engel?), met de trein op weg naar Rusland. Dat is door 'boven' geregeld.
De schrijver mijmert over zijn pas geschreven boek: ‘Eén, twee jaren heb je met mensen geleefd [..] en daarna heb je ze op weg gestuurd, de wijde wereld in. Je hoopt dat het ze goed gaat, dat ze genoeg adem hebben om nog een tijdlang te bestaan. Je hebt ze alleen gelaten, maar het gevoel dat je hebt is dat zij jou alleen hebben gelaten. ‘

Met tegen de achtergrond het paradijsverhaal, wat je voortdurend in je achterhoofd moet hebben bij het lezen vind ik het een heel doordacht geheel.
Wanneer de schrijver met Alma in gesprek raakt over Paradise Lost zegt Alma: ‘Voor mijn gevoel is alles gebaseerd op een misverstand, en dan vind ik de straf eigenlijk te zwaar. Vindt u dat geen prachtig woord, misverstand? Alles is begonnen met een misverstand, en die reeks zet zich tot in het oneindige door. […] Weet u, eigenlijk vind ik de titel nog het mooist. In die zin is het verhaal natuurlijk eigenlijk nooit afgelopen. […] Heeft u weleens nagedacht over degene die het paradijs bedacht heeft? Een plek zonder misverstanden? De mateloze verveling die daar moet heersen kan alleen maar als straf bedoeld zijn. Zoiets kan alleen een slechte schrijver verzinnen.’ *

Zoo gaan zij hand in hand, zij’t ook met trage schreden,
Gebukt en ’t oog gevest op ’t eens zoo Zalig Eden,
Een vreemde Wereld in, die hun als woonplaats beidt.-

uit ‘Paradise Lost’ van John Milton

Een erudiet schrijver; het smaakt naar meer.




* 07-08-16
Hierover heb ik weer eens zitten nadenken. Ik heb dit type opmerkingen vaker gehoord.
Het slaat wel de plank mis. Een plek zonder misverstanden is niet vervelend en/of saai en wordt niet bedacht door een slechte schrijver.
Een plek mét misverstanden is niet leuk en verdrijft de verveling niet. Het ontaard altijd in moord en doodslag. Maar kennelijk is dat voor sommige mensen aantrekkelijk.





maandag 5 december 2016

Rituelen


Geschreven door Cees Nooteboom in 1980 en in vele talen vertaald en 'beprijst'.
Hoe komt het toch dat schrijvers van mijn generatie of ouder zo gebukt lijken te gaan onder laaghangende Calvinistische en/of Rooms Katholieke bewolking.
Over honderd jaar worden ze waarschijnlijk gerangschikt onder een ‘religieverwerkende’ stroming.
Na dit tweede boek van Nooteboom - eerder las ik 'Paradijs verloren' - hoort hij daar volgens mij ook thuis. Kenmerken van deze stroming: geen positieve ervaringen met het kerkelijke/ geloofsleven. De wel opgedane ervaringen met kerken en gelovigen worden uitvergroot en meestal 'vernegativiseerd'.

Rituelen. Ik denk dat ze belangrijk zijn in een mensenleven om enige samenhang en structuur aan te brengen.
Sommigen raken eraan verslaafd en kunnen niet meer zonder. Sommigen hebben ze niet en ook daar loopt het slecht mee af.
Inni Wintrop, de hoofrolspeler, vernoemd naar een vijftiende-eeuwse architect Inigo Jones, pleegt zelfmoord aan het begin van het boek. (doet hij het eigenlijk wel?)
Het kan niet anders: dan moeten er flash-backs komen om duidelijk te krijgen wat er is gebeurt.
Hij is een chaoot, als misdienaar drijft hij van zijn geloof weg tijdens een ritueel wat enigszins uit de hand loopt: de pastoor krijgt een hartinfarct tijdens het heffen van de eucharistiebeker. Bloed en wijn: alles loopt door elkaar.
Inni is de zoon van een slachtoffer van het Bezuidenhoutse bombardement in 1944. Net als Nooteboom zelf en is ook in 1933 geboren. Moeder speelt geen rol.
Andere overeenkomsten: in de jeugdjaren vaak van school gestuurd en nu schrijft hij voor bladen; horoscopen in dit geval en Inni ‘voorspelt’ het weglopen van zijn vrouw Zita en zijn eigen dood. Een selffulfilling prophecy. Een heel leeg bestaan.
Deze Inni ontmoet twee personen na elkaar: vader en zoon Taads. De tweede pas na de dood van de eerste. Ook al is zoon Taads heel anders dan pa; de liefde voor rituelen zit toch in de genen.
Bij pa Taads het teruggetrokken uit de wereld met het strakke dagelijkse ritme en bij zoon de Japanse theeceremonie.
Iedereen zoekt naar zingeving.
‘Inni kreunde hoorbaar. De zeventiger jaren. Nog hadden ze de deur van de Kerk niet achter zich dichtgeslagen of ze kropen als bedelaars naar de blote voeten van guru’s en swami’s. Eindelijk waren ze alleen in een mooi leeg universum dat over zijn zelfgemaakte rails zoefde als een trein zonder bestuurder en er werd weer uit alle ramen om hulp geroepen.’

Het is ook niet toevallig denk ik, dat pa Taads ‘Meursault wijn’ schenkt. Ja het bestaat echt maar in dit geval is het volgens mij een verwijzing naar de hoofdpersoon uit Camus’ ‘vreemdeling’.
Pa schenkt wijn; zoon schenkt thee.
‘het zegt mij allemaal niet zoveel’ zei Inni. ‘Uitzonderlijke wijsheden uit het verre Oosten worden verkocht aan de ongelukkige Westerse middenstand. Maar het is allicht beter dan heroïne.’
Behalve het zelfdestructieve van Nietzsche zit er vast nog meer in. Ik zou het nog een keer moeten lezen maar er ligt nog teveel op de stapel te wachten.

‘Juist het raadselachtige van alles was prettig, daar moest je niet al te veel orde in aan willen brengen.’


donderdag 29 december 2016

Het kwaad


of het drama van de vrijheid (Duitse ondertitel)
Geschreven door Rüdiger Safranski in 1997. Ik las een Nederlandse vertaling uit 2011.

Als filosoof schreef hij meer over personen dan over begrippen. Ik kwam hem op het spoor doordat hij genoemd werd in het boek ‘waar komt het kwaad vandaan’ van Dr. A.H. van Veluw (voornamelijk p. 117 - 126) en omdat er tijdens mijn colleges filosofie over werd gesproken.
Deze filosoof is gemakkelijker te volgen. (de materie niet)
Misschien moet ik me ook eens wagen aan zijn biografieën over Heidegger en Nietzsche.
Hoewel ik geen idee heb van zijn al dan niet religieuze status schrijft hij heel leerzame dingen over de geschiedenissen in de Bijbel.
Hij belicht de verhalen van een andere kant en dat geeft eye-openers die ik eens nader wil onderzoeken. Later.
Fascinerend is wel dat zowel Hannah Arendt als Safranski, als atheisten/ agnosten teruggrijpen op de Bijbel. Kennelijk is het één en ander in dit ondermaanse mét de Bijbelse verhalen beter te verklaren dan zonder.
Waarom snapt de rest van de a(nti)theïstische mensheid dan niet hoe waardevol die verhalen zijn?

In ieder geval: hij probeert lijnen te trekken door de geschiedenis heen om het kwaad in de wereld te verklaren.
Nee, meer begrijpelijk te maken, inzicht te geven. Hoe werd er over gedacht door de eeuwen heen door grote filosofen, leiders en schrijvers. ( ik kwam o.a. Cees Nooteboom tegen)
Waar komt het vandaan, moeten we het maar accepteren? Komt het uit onszelf of is het een strijd tussen goede en kwade machten met de mensheid als inzet?
Safranski bespreekt vooral het ‘morele kwaad’. Het kwaad dat mensen elkaar aandoen.
Natuurlijk kwaad wordt alleen kwaad genoemd wanneer er mensen bij betrokken zijn. Raar is dat.
Een onbewoond eilandje wat door een tsunami verdwijnt: het haalt de voorpagina’s niet. Niemand die zich druk maakt behalve misschien iemand van Greenpeace. En dan nog alleen wanneer het op langere termijn bedreigend zou zijn voor de mens.
Bewijst wel datgene wat wij kwaad noemen en de mens met elkaar te maken hebben.
Het hoort bij de vrijheid van de mens. ‘Het drama van de vrijheid’.
Hij is voorstander van de vrije wil.

Safranski begint in het oude Egypte, de Griekse en Joodse/ Bijbels wereld en vervolgens de westerse denkwereld. Alle grote namen worden besproken: Augustinus, Leibnitz, Schelling, Schopenhauer, Hobbes, Hegel, Kant, Rousseau, de Sade, Nietzsche, de existentialisten, Freud en Hitler.
Ja, er bestaat kwaad om het kwaad. De diepste duisternis. Ik hoef maar aan Omran te denken.
Al zal degenen die erop worden bevraagd er wel een reden aan weten te geven denk ik zo.
Hij betrekt ook de kunst erbij omdat religie en kunst beiden producten zijn van de verbeeldingskracht. (of religie echt enkel een product is van de kracht van de verbeelding laat ik even rusten)
‘Het romantische geloof in kunst (van ná de Renaissance) wil het onmogelijke. Het wil met raffinement terug naar de naïviteit, met als resultaat dat de plaats van de oude substanties, het spiegelkabinet van de verdubbelingenzijn intrede doet: het gevoel van het gevoel, het geloof in het geloof, de gedachte aan de gedachte. Iedere emotionele opwelling beziet zichzelf’.
Dat is ook iets waarvan we tijdens onze zoektocht naar kunst in onze kerken ons zeer bewust waren en wat ons bezighield.
Ook kunst is vatbaar voor de dreiging die uitgaat van het niets van de zinloosheid.’
Hij schrijft heel veel zinnige dingen die het waard zijn om te overdenken.

Aan het einde van het boek, in de coda, stelt Safranski de vraag of ‘we niet allang machteloos vast zitten in een lawine die onstuitbaar het dal in dendert.’
Ik denk van wel. We zijn echt niet ‘vrij’.
Na de ‘dood van God’ is het de beurt aan de mens. Juist door zijn logica. Misschien niet in natuurlijke zin maar dan toch geestelijk.
Toen ik ooit op een Intensive Care werkte en over een bed hing met een (slapende) patiënt om allerhande apparatuur aan te sluiten, had ik een gesprekje met een chirurg. Hoe mooi al die technieken toch waren. Levensreddend.
“We moeten wel zorgen dat we de techniek de baas blijven” zei hij. “Wanneer de techniek over ons gaat heersen....daar wil ik liever niet aan denken”.
Inmiddels gaan we aardig die richting uit. En wie is zich daarvan bewust?
Zou dat ook de vaak onredelijke ‘angst’ of afkeer verklaren van veel mensen voor DE wetenschap? Hoe meer ik daarover nadenk hoe logischer dat weer wordt. Maar kun je de rollercoaster waar we inzitten vertragen of stilzetten door tegen de wetenschap te (blijven) ageren? Lijkt mij niet.
Geloven is niet logisch en veroorzaakt daardoor een breuk met het ‘werelds’ denken.
Het is wel levensreddend.