Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht John Walton. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht John Walton. Sorteren op datum Alle posts tonen

vrijdag 20 mei 2016

The Lost World of Adam and Eve


Geschreven door John H. Walton in 2015.
Walton is hoogleraar Oude Testament. (systematische theologie noemt hij ergens)

Het boek heeft als ondertitel: Genesis 2-3 and the Human Origins Debate
Omdat ik dit boek graag wilde lezen en er geen Nederlandse versie beschikbaar is, moest ik mijn luiheid en gemakzucht maar overwinnen en het in het Engels lezen.
Het is prettig dat het boek uit korte hoofdstukjes bestaat.
Walton heeft een eigen kijk op de eerste hoofdstukken van Genesis en wil de Bijbel vooral zelf laten spreken maar dan vooral in de context van de vroege Midden-Oosten cultuur. En dat kunnen we omdat we nu veel meer daarover weten.
Hij gaat dus niet in discussie met de wetenschap.
Aan (bijna) het einde van het boek illustreert hij dat met behulp van een schilderij van van Gogh en een foto gemaakt door de Hubble telescoop.
Allebei vertellen ze waarheid maar op een totaal verschillende manier.

Na het bestuderen van de oude teksten die we hebben komt hij tot de conclusie dat creëren in de Bijbel te maken heeft met het ordenen van de materie.
Duisternis en zee en materie zijn ‘in den beginne’ ongeordend. Er is niets functioneels. (vanuit het Goddelijke point of view neem ik aan)
Met creëren wordt bedoeld dat het de ongeordendheid oplost. En niet dat er niets zou zijn.
Dat komt overeen met het Enuma Elisj; het scheppingsverhaal van de Babyloniërs waarvan de oudste vondsten van 2000 BC dateren.

Ik heb een uitgave van dat scheppingsverhaal van Selma Schepel uit 2002. Ik moest wel grinniken toen ik de prijs zag bij Bolcom. Ik heb het ooit uit de ramsj gevist bij Donner. 5 euro. Hier volgen de eerste zinnen:
‘Toen boven de hemelen nog niet genoemd waren,
het land beneden nog geen naam had,
Apsu, de allereerste, hun verwekker,
en oermoeder Tiamat, hun aller moeder,
hun wateren zich mengden,
het grasland niet gebonden was,
het rietland niet gevlochten, toen geen van de goden was verschenen,
nog niet bij naam genoemd, geen lot bepaald, …
toen werden goden gevormd in hun diepte,
ontstonden Lahmu en Lahamu, werden bij naam genoemd.’


Wanneer je Genesis 1 leest in het Hebreeuws zijn er verschillende woorden voor scheppen: bara en asah. Bara heeft te maken met ordenen en het verlenen van een functie; asah met het bezig zijn met materie.
Zelf vond ik het ook wonderlijk dat ‘bara’ voorkomt in het eerste vers en dan pas weer in het 21ste vers. (‘tools’ en ‘interlineair’ aanklikken bij het bewuste vers en verder gebruik maken van Strongs numbers)
De verklaring van Walton: In het oude oosten was de zee het terrein van chaosmachten. God geeft hier een functie aan de dieren in de zee. De vijfde dag was weer een dag waarop de focus lag op ordenen en een functie geven: wordt talrijk naar je aard.
Een paar jaar geleden kreeg Ellen van Wolde de volle laag toen zij opmerkte dat ‘bara’ ook ‘scheiden’ kon betekenen. Ook zij vergeleek e.e.a. met Mesopotamische teksten.
Zij komt tot de volgende vertaling: ‘In het begin waarop God de hemel en de aarde scheidde, en de aarde ongegrond was en zonder fundament, en duisternis over de diepte lag, en Gods adem zwevende was over de wateren, zei God: ‘Er zij licht’.
Dat er niet te verwaarlozen invloeden zijn tussen de Mesopotamische geschriften en de Bijbel blijkt uit het feit dat ook in de Bijbel wordt gesproken over deze goden: Tammuz in Ezechiel 8:14.
Tammuz, de (Sumerische) god van de vruchtbaarheid.

De ‘schepping’ van de mens in vs 27 was dan ook meer het toebedelen van een functie: dienen als vice-regenten van God in een heilige, geordende ruimte/tempeltuin (Sacred Space) en daarmee het proces van ordenen voortzetten naar de volmaaktheid.
In die zin was het goed/tov.
Wij zijn geschapen naar Zijn beeld en hebben de functie verkregen om te onderwerpen en te heersen.
Wij representeren Hem in deze wereld. Ik kan daar in meekomen; er staat niet voor niets dat God hen de levensadem inblies (Gen 2:7)
Walton ventileert hetzelfde type ideeën die ik ooit las bij Pé de Bruin in ‘Geen geloof zonder bewijs’ uit 1983 en waarin ik in die tijd heel wat eye-openers las en wat mij leerde ook eens met andere ogen te lezen in plaats van met ‘voorgeprogrammeerde ogen’.
God regelde voor de mens een ‘house’; een omgeving en gaf hem de opdracht er een ‘home’ van te maken; een plek om te leven met God. Een heilige ruimte.
Helaas faalde deze eerste bijzondere mensen en stelden zichzelf in het centrum waardoor de bedoelde orde werd verstoord. Sindsdien is er wat dat betreft niet veel veranderd.

Hier komt ook een verschil naar voren met de andere oude scheppingsverhalen: In de Bijbel zijn de zon en de maan gewoon lichten. In andere culturen zijn het goden.
Nog een belangrijk verschil: de Bijbelse God maakt alles ten behoeve van de mens. In andere culturen doen de goden alles ter ere van zichzelf en laten zich niets gelegen liggen aan de mens.
Oude culturen hebben afbeeldingen van goden; Wij zijn het beeld van God
en het unieke van de Bijbelse JHWH God is dat Hij een relatie wil met mensen.

De naam Adam wordt in de Bijbel vaak gebruikt als archetype en niet als die specifieke mens.
Het woord formeren of vormen heeft niet altijd te maken met materiaal.
Bijvoorbeeld Zach 12:1: daar formeerde (yatsar) God de geest van de mens.
Eva werd niet gemaakt van een rib maar werd weggenomen uit de zijde van Adam. Dit is ook ‘archetyperend’ bedoelt. Wanneer je de juiste wederhelft tegenkomt maakt het weer één geheel. Wat ik al lang dacht. Zouden er echt nog mensen rondlopen die geloven dat Adam rond liep met een rib minder dan zijn nazaten?

Die slang. Wat moeten we daar mee. Veel heeft Walton uit de oude Egyptische geschiedenis. Slangen komen uit de chaoswereld; de non-order. Hadden slangen voorheen pootjes? Nee, dat een slang op zijn buik moet kruipen wil aantonen dat hij voor ons nu niet meer gevaarlijk is. Hij is zijn aanvallende positie kwijtgeraakt. Farao’s hadden soms nog wel een slang op hun hoofdtooi in opgerichte, aanvallende houding.
Stof eten is ook niet echt normaal voor een slang. Daarmee wordt bedoeld dat de slang wordt verbannen naar de onderwereld.
Er schijnt een afbeelding te zijn van Horus, die de kop van een slang plet met de hiel van zijn voet. Dat maakte voor die tijd duidelijk wie de macht had. Zie ook psalm 8 in een goede vertaling.
Walton spreekt veel over orde, non-orde en wanorde. (order, non-order en disorder)
Ik kan daarin wel meekomen. Het paradijs was een ‘vooruitgeschoven post’ van heilige ruimte van orde in een (al langer bestaande) ‘non-order’ wereld. Adam en Eva kregen de opdracht de orde uit te bouwen. Zij faalden en faciliteerden op die manier ‘disorder’.
Het heilige der heilige in tabernakel en tempel waren ook zulke ‘posten’. Plaatsen waar de hemel de aarde ontmoette.
Jezus, de zoon van God bevocht de wanorde met meer succes: genas mensen, stilde de storm en overwon de dood. Na Pinksteren is elke gelovige zo’n ‘post’. Hoe meer posten hoe meer orde. Althans; zo zou het moeten en kunnen zijn.
Het boek Openbaringen spreekt erover dat in de nieuwe wereld de zee er niet meer zal zijn, dat betekent dat er geen 'non-order' meer zal zijn. Geen chaosmachten meer.

De relevante teksten uit de brieven van Paulus over deze materie worden in dit boek door N.T. Wright (Nieuw- Testamenticus) behandeld in een excurs.
Eén ding hierover wat mij aansprak: zoals God zich ooit een mens uitkoos uit Ur der Chaldeeën en vervolgens een joods volk uit de vele volkeren op aarde, zo koos God ook die (eerste) twee mensen uit, uit de velen op aarde. Ze kregen een speciale taak maar faalden. Op die manier moeten we ook Paulus lezen. ‘Wanneer we Genesis en de menselijk oorsprong bestuderen zonder de oproep dat wij, naar Gods beeld en gelijkenis geschapen mensen zijn die vernieuwd zijn door Jezus Christus, dan missen we het punt.’
Dat denk ik ook. God startte de heilsgeschiedenis met dit koppel. Dat is iets anders dan wereldgeschiedenis.

Ik vond het lastig om er een samenhangend verhaal van te maken; hij zegt ook zoveel.
Iedereen zou dit boek moeten lezen. Ik hoop dat er snel een Nederlandse vertaling komt. Dan wil ik het nog eens lezen want ja, het gevoel dat ik misschien toch weer dingen heb gemist blijft aanwezig.





vrijdag 6 april 2018

Goede Vrijdag

Ondertitel: de dag dat de revolutie begon.
Geschreven door N.T. Wright in 2016. Dit jaar vertaald en uitgeven in Nederland.
De vertaler is Arend Smilde die volgens mij ook alle boeken van C. S. Lewis heeft vertaald in het Nederlands. Die man moet ook inmiddels al veel kennis hebben over theologische zaken.

Via een berichtje in de krant raakte ik geïnteresseerd in dit boek. Het beloofde nogal wat en Tom Wright is niet de eerste de beste. Ik kreeg het zelfs op Goede Vrijdag terwijl het mij eerder was beloofd door de boekhandel. Toeval?
Eerder las ik van hem ‘Pleidooi voor de psalmen’, ‘Paulus van Tarsus’ en ‘Gewoon Jezus’.
De vragen die hij in dit boek stelt zijn ook mijn vragen, zoals:
Waarom stierf Jezus; Wat gaat er schuil achter ‘voor onze zonden’; werd Gods toorn echt gestild door de dood van Jezus; waarom vergeeft hij ons niet gewoon; waarom moet er iemand sterven.


Verder geloof ik ook zeer zeker dat de uitroep van Jezus: 'Het is volbracht' het grote kantelpunt in de geschiedenis is. Toen is alles veranderd.
Wij hebben volgens Wright een Platoonse visie op het einddoel: de hemel, een moralistische visie op de menselijke roeping: goed gedrag en een regelrecht heidense visie op redding: een onschuldige brengt een boze godheid tot bedaren. (p 303) Hij werd niet gestraft in onze plaats alleen maar opdat wij in de hemel kunnen komen.
Dat herhaalt hij het hele boek door in alle mogelijke toonaarden.
Nu weet ik het zo langzamerhand wel maar hij heeft wel gelijk. Ik merk het ook in mijn omgeving en was de belangrijkste vraag van Luther niet: Hoe krijg ik een genadige God? Raar natuurlijk. Heel egocentrisch.
Waarom moest de Messias sterven voor onze zonden overeenkomstig de Schriften (1 Kor 15:3)
Wright is ook iemand die ongegeneerd de ‘WAAROM-vraag’ stelt en daar hou ik van. Niet dat ik verwachtte dat alles nu opeen klip en klaar duidelijk zou worden maar misschien zou ik weer een millimeter verder komen in mijn hoofd.
Zoals ik al eerder ook al ontdekte behaalde Jezus de overwinning op het kwaad. En in het kielzog bracht dat vergeving met zich mee voor gelovigen en in het verlengde daarvan heeft het kwaad voor ons zijn kracht verloren.
Dit boek was een bevestiging van mijn gedachten maar veel breder doordacht en beargumenteerd vanuit de evangeliën en een aantal brieven van Paulus.

We lezen vaak te korte stukjes uit de Bijbel om het geheel te kunnen overzien maar er is in de Bijbel een evolutie gaande naar Goede Vrijdag.
Vaak wordt gesproken over ballingschappen en de bevrijding daaruit. Die ballingschap was een consequentie van het nalopen van andere goden terwijl het volk toch geroepen was om tot voorbeeld te zijn, een zegen voor andere volkeren om zo tot een betere wereld te evolueren.
Wat in die verhalen fysiek gold heeft nu ook een geestelijke dimensie.
Met Adam sloot God geen werkverbond volgens Wright maar een ‘werkcontract’ terwijl dat eigenlijk een ‘roepingsverbond’ was.
Adam ging in de fout. De verbinding met God werd verbroken.
Met Abraham, een rechtvaardige, deed God een nieuwe poging en beloofde dat in hem alle volkeren gezegend zouden worden.
Met het volk Israël sloot God een verbond bij de Sinaï. De tabernakel werd gebouwd; de plaats waar via het verzoendeksel de hemel de aarde raakte maar ook dat liep niet volgens plan.
(Toen moest ik weer aan John Walton denken, maar ja: ze kennen elkaar)
En hoe moet God trouw zijn aan zijn verbond – de wereld redden en zegenen door de Joden – als dat volk ontrouw is? (p297)

Toen (maar dat was al voor de grondlegging van de wereld en de filosofische problematiek die dat met zich meebrengt daar gaat Wright niet op in) heeft God Jezus aangewezen als de plaats waar de hemel en de aarde elkaar overlappen, de plaats waar de liefhebbende aanwezigheid van de ene God en de trouwe gehoorzaamheid van de Ware Mens elkaar zouden ontmoeten, zouden samengaan en werkelijkheid zouden worden in ruimte, tijd en materie.
Als Messias van Israël vertegenwoordigde Jezus Israël. De Middelaar.
Want geen enkel mens voldeed. Niemand is goed.
Door Jezus werd het kwaad overwonnen en zijn ook wij uit de ballingschap bevrijd zodat wij naar het ‘roepingsverbond’ kunnen leven. ‘Zodat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.’ (Ef 1:4)
We moeten niet de strafmetafoor centraal stellen want dan krijg je scheefgroei. Het accent ligt, ook naar mijn idee op de overwinning op al het kwaad, de zonden inbegrepen.

Zijn alle vragen beantwoord? Nee.
Ik moet het allemaal laten bezinken maar ik denk wel dat de Liefde van God voor de mensheid nu voor mij veel helderder wordt.





dinsdag 11 juli 2017

En de aarde bracht voort


Geschreven door Gijsbert van den Brink en is vers van de pers. Ondertitel: ‘Christelijk geloof en evolutie’
Op 22 juni jl. verschenen tijdens onze vakantie.

Ik ben ontzettend blij met dit boek. Al heel lang had ik daar behoefte aan. Iemand die de kennis en de moed heeft om nauwgezet en systematisch probeert de theologische consequenties te doordenken wanneer definitief zal blijken dat de evolutie waar is.
‘Stel dat het waar is wat dan...’
Hoe lezen we dan de eerste hoofdstukken uit de Bijbel en specifieker: van Adam en Eva, over de zondeval, erfzonde en verlossing, hoe duiden we het lijden in de wereld, hoe denken we dan over natuurlijke selectie en voorzienigheid en over moraal en openbaring. Valt het geloof dan om als dominostenen zoals zovelen denken? Ik heb inmiddels de ervaring van niet, maar daar overtuig ik mensen niet mee.


Ongetwijfeld zal hij veel kritiek krijgen maar dit is een aanzet om erover na te denken en wie weet komen er nog meer boeken met nog betere ideeën. Dan is dit boek gewoon een tussenvorm. 
Is dat ook geen ontwikkeling=evolutie?

Velen haken af van het geloof omdat zij hun hersens willen blijven gebruiken. En wanneer je zegt dat je gelovig bent en de wetenschap ook betrouwbaar acht word je niet meer als christen/ gelovige serieus genomen. Ik word te oud om me er persoonlijk iets van aan te trekken maar ik vind het wel heel erg.
En van den Brink ook, gezien zijn laatste regel: ‘Niet- christenen hoeven niet te denken dat ze om christen te kunnen worden iets wat voor hen zo evident is zouden moeten afzweren.’

Van den Brink, uit een zelfde soort religieus nest als ik (Gereformeerde Bond binnen de PKN), beschrijft in de inleiding eerst de probleemstelling en vervolgens in hoofdstuk 2 en 3 wat evolutie eigenlijk inhoudt en hoe er in het verleden door gelovigen over gedacht en mee omgegaan is.
Want ook Augustinus heeft zich er al mee beziggehouden.
In de verdere hoofdstukken met de ‘problemen’ beschrijft hij eerst zo objectief mogelijk wat zoal de gangbare meningen zijn die er toe doen. Vervolgens beschrijft hij de problemen van al die visies en daarna laat hij weten wat hij zelf de beste vindt en waarom.
Hij zet alle vraagstukken waar de orthodox gelovigen tegenaan lopen systematisch op een rijtje.
Bij elke vraag, het geheel overziend, vraagt hij zich af: ‘welke uitleg het meest adequaat is, in de zin dat die verenigbaar is met de basisuitgangspunten van een orthodox-christelijke (verbonds)theologie en tegelijkertijd de wetenschappelijke inzichten over de menselijke oorsprong serieus neemt’.
Hij legt niets dwingend op maar laat de lezer de vrijheid om zelf een mening te vormen. Soms zijn er meerdere mogelijkheden. (bijv. P 178)
In hoofdstuk tien vat hij alles nog eens kort en kernachtig samen.

Wat vond ik zelf van dit boek.

Omdat ik mij ook al jaren in deze materie heb verdiept bracht het boek voor mij niet echt heel veel nieuwe dingen. Alleen de onderbouwingen van bepaalde standpunten zijn veel degelijker en overzichtelijker. Daar kan ik zeker mijn voordeel mee doen.
En ik heb het verschil geleerd tussen concordisme en perspectivisme. Dat zijn van die dingen die je intuïtief wel weet maar nu in definities gevat ziet.
Concordisme is de hermeneutische visie dat Bijbelse uitspraken over de fysische wereld overeenkomen met de wetenschappelijke feiten. (p 114) Men denkt dat die er in verborgen zitten.
Perspectivisme is de hermeneutische visie dat we bij het interpreteren van de Bijbel de theologische inhoud moeten onderscheiden van het wereldbeeld waarin deze inhoud ingebed is. (P 122)

Adam en Eva kun je zien als verbondshoofden, als model voor ons allen. Komt een beetje overeen met John Walton.
Deze wordt ook in het boek genoemd.

Persoonlijk denk ik dat de tekst uit Gen 2:7 iets bijzonders zegt wat nog niet eerder in de wereldgeschiedenis is voorgekomen en wat de heilsgeschiedenis inluidt. Dat kan heel lang geleden zijn geweest. Van den Brink noemt ergens vijfenveertigduizend jaar geleden.
Nu kan ik de grotten van Lascaux ook beter plaatsen. We waren er een aantal jaren geleden en maakte diepe indruk op me. Een aanrader om eens te bezoeken!

God blies dat mensenpaar de levensadem in. (sensus divinitatis)
Ik vertaal dat als de eerste paar mensen tussen al die andere hominiden, die iets Goddelijks kregen wat wederkerigheid zou opwekken. (iets soortgelijks staat op p 224)Een relationeel wezen richting de Schepper, die zich veel later in de geschiedenis (ik zou bijna zeggen: in een tempo zoals het de evolutie= ontwikkeling betaamt…..) bekend maakte als JHWH.
Het zijn allemaal langdurige processen. Gods tijd is niet onze tijd. ‘God zet steeds nieuwe stappen om de mens te laten beantwoorden aan Zijn bedoelingen’ (p 330)
Wanneer de mens een zelfbewustzijn heeft gekregen is het ook mogelijk dat hij bewust voor zichzelf kiest en in zonden valt, dus niet instinctmatig in de fout gaat. (zie ook van Veluw: ‘waar komt het kwaad vandaan’ p 391. Gek dat Dr. A.H. van Veluw bij van den Brink helemaal niet in beeld komt terwijl dat andersom wel het geval is.)

Het probleem van het lijden blijft ook wat liggen. Ook al geloof je in de zondenval, op welke manier dan ook, dan is het lijden dat de dieren hebben ondergaan al die eeuwen voordat de mens zijn intrede deed, niet echt verklaarbaar. Maar, zo schrijft hij, wij zijn ook niet in de positie om dat te kunnen beoordelen en uitspraken over te doen. (p166 en 328)
Dit is de meest adequate reactie van het sceptisch theïsme.

Een paar opmerkingen die bleven hangen:

Charles Kingsley: ‘we know of old that God was so wise that He could make all things; but behold, He is so much wiser than that, that He can make all things make themselves.’
‘we weten vanouds dat God zo wijs was dat Hij alles kon maken, maar Hij is zoveel wijzer dan dat, Hij kan alle dingen maken zodat die zichzelf maken.’

‘Onze evolutionaire ontwikkeling heeft ons ook tot de intuïtie gebracht dat onze zintuigen in het algemeen betrouwbaar zijn, dat ons geheugen ons gewoonlijk niet bedriegt en dat we via wetenschappelijk onderzoek de waarheid op het spoor kunnen komen. Als deze intuities nu waar zijn (en daar gaan we doorgaans van uit), waarom zou geloof in objectieve morele waarden en geloof in God, dat via hetzelfde soort natuurlijke processen tot stand kwam, dan misplaatst zijn?


Het boek staat bomvol voetnoten en die staan gelukkig niet achterin maar op elke bladzijde onderaan. Dat voorkomt veel geblader.
Meteen een oproep aan uitgevers om dit altijd zo te doen!
Of wel achterin maar dan doortellen van 1 tot 2000 ofzo.
Niet elk hoofdstuk opnieuw beginnen te tellen want dan raak ik de weg kwijt.

In ieder geval is dit een boek wat ik nog wel vaker zal pakken om weer eens stukken na te lezen.


01-09-17
Via het 'Logos-instituut' vond ik een artikel van Jan van Meerten. Onder dat artikel staan chronologisch alle reacties die zo her en der te horen en te lezen zijn over dit boek. Dat is best handig want ik kan niet alle kranten lezen.
Het wordt regelmatig aangevuld want de laatste woorden zijn nog niet gesproken over deze materie.
Zeker nu er van Prof. Dr. M.J. Paul ook een boek is verschenen - 'Oorspronkelijk'- met een tegenovergestelde mening.
Het Logos-instituut is opgericht door nogal ehh...fanatieke creationisten.
21-10-17
Sinds 11 oktober jl. hebben ze op Logos de mogelijkheid tot het reageren op artikelen afgesloten.
Een kwalijk teken.


vrijdag 23 maart 2018

Vertel, Verhelder en Verwonder


Een e-book van forum C met materiaal voor gesprekken over schepping en evolutie in kerken en kringen.

Dit boekje is verschenen naar aanleiding van de boeken van Gijsbert van den Brink (‘en de aarde bracht voort’) en Mart-Jan Paul (‘Oorspronkelijk’; overweging bij schepping en evolutie)
Van deze boeken staan, behalve artikelen van o.a. Stefan Paas, John Walton en René Fransen, samenvattingen in dit e-book en ik vond dat voor mijzelf een goedkope manier om kennis te nemen van het boek van M.J. Paul.
Zou ik interessante dingen lezen dan kan ik het alsnog aanschaffen.
Nou, er staat wel het één en ander in waar ik nog meer van wil weten maar ik vermoed dat het in het oorspronkelijke boek ook niet staat.
Een paar dingen die ik er uitgeplukt heb:


Bekend is de opvatting dat de eerste hoofdstukken van Genesis geen geschiedenis in onze zin van het woord beschrijven, maar meer een symbolisch karakter dragen. Hier is het gezag van de Schrijft in het geding, evenals de manier van lezen van deze hoofdstukken, de hermeneutiek.
Heeft de Christelijke kerk eeuwenlang de eerste elf hoofdstukken van Genesis en allerlei andere Bijbelgedeelten onjuist geïnterpreteerd?


Mijn vragen hierbij zijn: Waarom is het gezag van het de Schrift in het geding wanneer je niet letterlijk leest? Waarom is de hermeneutiek (uitleg, betekenis, interpretatie) ook in het geding?
Dat kwartje wil bij mij maar niet vallen en het wordt niet uitgelegd.
De Christelijke kerk heeft altijd naar eer en geweten, en naar het licht wat men toen had een interpretatie gegeven. Daar is niets mis mee. Maar soms komen we gewoon tot de ontdekking dat er ook andere, en soms betere manieren zijn. Ik denk ook even aan de ontdekkingen van Galileo.

Hoe kunnen toevallige gebeurtenissen verbonden zijn met Gods voorzienigheid en leiding?
Hoe verhoudt zich de wreedheid van de evolutie zich met Gods goedheid?
Paul haalt ter Linden aan: ‘ik bespeur geen enkele zin, doel of richting in dit hele proces’.


Natuurlijk kunnen voor ons ogenschijnlijk toevallige gebeurtenissen prima verbonden zijn met Gods voorzienigheid. Ik snap echt het probleem niet.
De verhouding wreedheid in de evolutie en Gods goedheid. Dat is een moeilijke ja.
‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen’.
Want datzelfde vraag ik mij af in deze tijd. Hoe verhoudt zich de menselijk wreedheid met en onder de Goddelijk toelating?
Het is voor mij te gemakkelijk om dat even af te doen met een zondenval.
Dan citeert Paul de mening van de ‘afvallige’ ter Linden. Een zwaktebod. Het zegt toch niets over de Voorzienigheid wanneer wij geen zin, doel of richting bespeuren?
Als evolutietheorie –gelovige vraag ik mij toch al af waarom wij altijd zo met doelgerichtheid en zingeving bezig zijn wanneer dat er evolutionair niet in zou zitten. Daarin verschil ik als gelovige met niet-gelovigen.

De lichamelijke ziekten hoorden niet bij de gewone natuur (zoals in de evolutietheorie wordt aangenomen) maar zijn een gevolg van de zonde, zodat plaatsvervanging nodig was. De Heiland is lichamelijk gestorven om ook de fysieke gevolgen van de overtreding van de mens ongedaan te maken.
Dat laatste geloof ik ook maar bij dat eerste valt nog wel wat te bedenken.
Lichamelijke ziekten en ongemakken horen bij de gewone natuur. Er moet gestorven worden, plaats gemaakt voor een volgende generatie.
Wij hebben als mensheid schuld op ons geladen door op een bepaald moment ongehoorzaam te zijn; niet meer te handelen naar ons ‘instinct’ zoals dieren die niet kunnen zondigen, maar naar berekening. We zijn gaan calculeren en ontdekten dat dat niet zo goed uitpakte. Schuldgevoel was het gevolg. En offeren om ervan af te komen. Maar dat hielp niet blijvend.
Totdat Jezus met Zijn offer daar definitief een einde aan maakte.
Nu mogen we weten in geloof dat we vergeven zijn en vernieuwde scheppingen; levend vanuit de opstanding.

Vanuit de evolutietheorie is de mens een toevalsproduct, niet wezenlijk maar alleen gradueel onderscheiden van een dier.
Hier wreekt zich een empathische beperktheid.
Theïstische evolutiegelovigen geloven niet in toevalsprodukten.
Nog maar weer eens: voor mij staat in Gen 2:7 een belangrijke tekst. God blies een mensenpaar Zijn Goddelijke adem in en maakte een start met Zijn heilsgeschiedenis.

Genesis is een historisch gepresenteerde openbaring. De zes dagen van de schepping en de zevende dag van rust van God zijn belangrijk. De sabbat wordt later gefundeerd in het aantal dagen van de schepping.

Nee, het is andersom. De scheppingsweek, als literair verhaal, is gefundeerd op de inmiddels bestaande week van de Joden. (3+3+1 of 6+1) Want hoe kan de schrijver van Genesis 1 nu spreken over dagen wanneer er nog geen hemellichamen zijn?

Wanneer ik het boek tegenkom op een tweedehands markt of in de kringloopwinkel ga ik het lezen.
En wanneer ik op mijn kort-door-de-bocht-schreden moet terugkeren zal ik dat doen.



dinsdag 21 juni 2016

Adam, Eva en de Duivel


Geschreven door Marjo Korpel, universitair hoofddocent OT aan de PTU in Groningen en Johannes de Moor, emeritus hoogleraar Semitische talen en culturen van de PTU.
Een uitgave van Skandalon waar ik mij voor had ingeschreven. Uitgave mei 2016.
Het is de Nederlandse bewerking van het in mei 2014 verschenen boek 'Adam, Eve and the Devil'.
Een studie naar het verband tussen oude Midden-Oosten mythen en de Bijbel. Eigenlijk met de zelfde intentie als John Walton zijn boek schreef.

De aanzet voor dit boek zijn de vondsten van Ugaritische kleitabletten die in 1929 al zijn gevonden maar waarvan de link nog niet op deze manier is gelegd met de Bijbel.

Deze twee kleitabletten, waarvan er één compleet is en de tweede gehavend maar er toch leesbare stukken zijn, zijn de basis voor dit boek. Ze staan ook achterin het boek afgedrukt.
Met de kennis die de schrijvers hebben levert het een boeiend boek op. Een naslagwerk.
‘In dit boek zijn niet alleen gegevens uit oude kleitabletten, Bijbelse en para Bijbelse teksten met elkaar vergeleken, maar zijn ook nieuwe gegevens met betrekking tot geologie en biologie gebruikt als achtergrondinformatie bij eeuwenoude voorstellingen van paradijs en duivel.’ aldus de site van de PTU.

Waarom las ik dit boek? Omdat die eerste verhalen en de rol van de Duivel mij blijven boeien. Omdat er zoveel dingen zijn die ik niet begrijp en niet lijken te kloppen.

De schrijvers blijven bescheiden: ‘Dit boek is immers slechts een eerste poging om een nieuwe weg in te slaan bij de uitleg van de Bijbel wat de oer geschiedenis van de mensheid betreft.’ (p 255)
Een aanzet tot discussie onder Bijbelgeleerden. Ik wacht het rustig af.
In de eerste hoofdstukken wordt een overzicht gegeven van de vele mythen die leefden in het oude Midden-Oosten: Babylonische, Egyptische, Ugaritische en Sumerische mythen en ook het Zoroastrisme wordt genoemd en de rol die voornamelijk Adam en de duivel met zijn vele namen en verschijningsvormen speelden.
Volgens de schrijvers lijken de Ugaritische verhalen het meest op de Bijbelse. Ze zijn wel een stuk ouder. Zo’n achthonderd jaar.
Op die oude Ugaritische kleitabletten staan teksten waarvan details ook her en der in de Bijbel voorkomen.
De naam van de belangrijkste God in Ugarit is ‘Ilu’. Dat is dezelfde naam als ‘El’ in het Hebreeuws.
El- Shaddai: Hij die op de berg woont. De berg is de Ararat in Turkije/Armenië.
In de omliggende landen dragen de ‘oppergoden’ heel andere namen.
El is de nog steeds scheppende God. Zijn vrouw was Athirat/ Asjera. Zij gaf Hem zeventig zonen.
Zie Deut. 32:8: .....’kinderen Isra-Els’. Waarbij ik op aanraden van W. J. Ouweneel ooit eens bijgeschreven heb: ‘engelen van God’.
In nieuwere vertalingen is er namelijk niets meer van te merken en krijg je een heel andere indruk.
De nieuwste HSV-studiebijbel noemt het gelukkig wel bij de uitleg onderaan.

De Ararat is een vulkaan en aan de voet was de wijngaard van de goden. Waarschijnlijk ook de hof van Eden en de tuin van God uit Jes. 14 en 51.
De opstand van (een) lagere god(en) tegen God komt bij alle godsdiensten in het M-O voor.
In Ugarit is dat Horan. In andere religies heet hij Hauraan of Horon. In zijn astrale lichaam draagt hij de naam Hilaal. Jesaja drijft de spot met hem in Jes. 14 door hem Heleel (Heylel) te noemen. (= 'jammer er maar op los')
Deze Horan werd uit de hemel gegooid en naar het vulkanische Hauraangebergte in de Syrische woestijn verbannen. Daar begon hij als zzp-er voor zichzelf met vuur en zwaveldampen. Zie Jes 14, Ez 28 en Lukas 10 waar Jezus zegt: “ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.”
Vroeger dacht ik dat hij dat een beetje sarcastisch bedoelde. Ik geloof dat nog steeds maar in ieder geval heeft het nu een bredere lading.

In de mythe van Ugarit krijgt Adammu, één van de goden, de opdracht om Horon te verslaan en de oorspronkelijke situatie te herstellen. Hij wordt echter gebeten door Horon die zich heeft verstopt in de Boom des Levens (er is maar één boom) en moet sterven. Zo komt de dood in de wereld.
Adammu die heel groot was krimpt ineen tot menselijke proporties en de zonnegodin Sjapsju schiet hem te hulp en roept alle andere goden op om die slangenbeet te bezweren. Omdat Horon beseft dat met de dood ook zijn eigen nakomelingen moeten sterven, verwijdert hij de Boom en het gif. Onsterfelijkheid krijgt de mens nu terug door de voortplanting. Ook een vorm van onsterfelijkheid.
De vrouw van Adammu is Kubaba (Kybele (Cybele) in het Grieks) en heeft niets op haar geweten. Zij wordt aan Adammu gegeven zodat voortplanting kan plaatsvinden.

Horon komt ook in de Bijbel voor: chârôn, wat 'brandende toorn' betekent. Een functie.
Adammu en Kubaba zijn niet gestorven omdat ze ongehoorzaam geweest zouden zijn.
Dat was Horon.
In de Bijbel wordt echter de mens verantwoordelijk gehouden voor zijn ongehoorzaamheid en kunnen zij zich niet verschuilen achter de slang/satan/ duivel/ Horon. Dat was bepaald revolutionair in die tijd. De mens werd verantwoordelijk gesteld en kon het niet afschuiven op goden.
Zo worden er uitgebreid de overeenkomsten en verschillen besproken. En dat zijn er nogal wat.
Ook dat vanuit Openbaringen de satan wordt ingelezen in de slang van het paradijs is terecht volgens de schrijvers. Het was een algemene bekendheid in die tijd dat slangen en schorpioenen beeld waren van het kwade.

Lastige Bijbelgedeelten die ook altijd weer opduiken op fora worden ook besproken zoals Gen 6; de Nephilim, de gedeelten uit Jesaja 14 en Ezechiel 28 die over resp. de koning van Babel en de koning van Tyrus en Sidon gaan maar waarachter een gevallen engel lijkt op te duiken.
Na elk hoofdstuk is er een conclusie en aan het einde van het boek een samenvatting. Dat is erg prettig want ik kreeg weer zoveel nieuwe dingen over me heen gestort.

Zelf heb ik geen enkele moeite met de term 'mythe' maar voor mensen die dat wel hebben geef ik nog maar eens de mooie definitie van Herman van Praag:
“de mythe is een superieur middel om in verhalende en symbolische vorm uitdrukking te geven aan ervaringen die zich niet nauwkeurig in woorden laten uitdrukken, niet te concretiseren zijn, maar die intens worden beleefd en voor het individu essentiële betekenis hebben.”
En van Tolkien die volgens mij ook heel wat parabijbelse verhalen kende die in dit boek voorkomen:
“De diepste waarheden kun je alleen in mythen vertellen.”

Een aanrader.