Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht 25. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht 25. Sorteren op datum Alle posts tonen

donderdag 18 juli 2019

De vrije wil bestaat (niet)



Wat is de techniek toch schitterend. Lees ik op een Italiaanse camping mijn mail en zie de aanbieding van filosofie.nl van een Filosofie magazine ‘special’ over de vrije wil. Dat is toch wel interessant…
Via mijn slimme phone betalen en bij thuiskomst ligt ie op me te wachten.

Verschillende hotemetototen doen hun zegje en als conclusie kom ik weer tot de ontdekking dat er vóór en tegenstanders zijn van de vrije wil en dat ik de argumenten van de tegenstanders overtuigender vind.
In het hele magazine ben ik de naam van Schopenhauer niet tegengekomen. Wel zijn gedachtengoed wat mij zo aansprak.




Daniel Dennett bijvoorbeeld: ‘Ik ben het met Lamme en Swaab eens dat een vrije wil die losstaat van de keten van oorzaken niet bestaat’.
Maar om pragmatische redenen moeten mensen er toch maar in blijven geloven. Omdat wanneer het geloof in de vrije wil afneemt, mensen eerder geneigd zijn om ‘vals te spelen’ en het verzwakt hun vermogen om het lot over hun leven in eigen handen te nemen.
Moraalfilosoof Jan Verplaetse vindt dat weer flauw. Je kunt niet geloven in iets dat er aantoonbaar niet is. Hij pleit voor de afschaffing van de schuld.
Hij is meer van het laten zien wat de consequenties zijn van bepaald gedrag en het zoeken naar maatregelen. Het is geen straf meer wat volgt op schuld maar we nemen maatregelen om te voorkomen dat het nog een keer gebeurt.
Ik vraag me af of dit geen verzachtend woordspelletje is en ook of ons strafrecht al niet die kant op gaat.
Wat ik bij hem ook uit het gedachtengoed van Schopenhauer herkende: ‘Als de vrije wil zou bestaan, zou er ergens iets moeten zijn dat niet aan die touwtjes vasthaakt. Maar daar is geen enkele aanwijzing voor.’
Met ‘touwtjes’ bedoelt hij iemands genen, opvoeding, neurale processen en omgevingsinvloeden.
En nog iets wat me wel aansprak: ‘Mensen wijsmaken dat ze zelf de kracht tot veranderen bezitten, als ze maar hard genoeg willen is misplaatst voluntarisme, even ergerlijk als mensen die alle schuld en verantwoordelijkheid op anderen afschuiven.’
Het lijkt wel Christelijk gedachtengoed. *grinnik*
Ik weet helemaal niets over Verplaetse maar het is wel geinig wanneer men los van religieus gedachtengoed tot dezelfde conclusies komt. Je had je een hoop tijd kunnen besparen, denk ik dan.

Volgens Sam Harris : 'Wanneer we niet geloven in een vrije wil vermindert dat onze wreedheid en voelen we meer mededogen.'
Hij noemt vijf voorbeelden van gebeurtenissen waarbij een vrouw wordt doodgeschoten.
1. Door een 4- jarige die speelt met het pistool van zijn vader.
2. Door een 12- jarige die slachtoffer is van lichamelijke en emotionele mishandeling.
3. Door een 25- jarige die als kind ook werd mishandeld en nu zijn vriendin doodt als zij hem in de steek laat voor een ander; een ‘crime passionel’
4. Door een 25- jarige met prima opvoeding die een, voor hem onbekende vrouw doodschiet omdat hij dat leuk vindt.
5. Door een 25- jarige met prima opvoeding die een, voor hem onbekende vrouw doodschiet om dat hij dat leuk vindt maar een hersentumor heeft in zijn mediale prefrontale cortex.

In al deze gevallen oordelen we anders. We oordelen het hardst wanneer iemand de bewuste intentie heeft om een ander pijn te doen. Maar kan iemand er wat aan doen dat hij met een psychopathische inslag geboren wordt?
Een reclasseringsvriend zei het eens zo: het verschil tussen een crimineel en mijzelf is flinterdun. En hij kneep zijn duim en wijsvinger tegen elkaar. Hij begreep.
We hebben vaak zo’n drang tot vergelding dat we onderliggende oorzaken van het menselijk gedrag wensen te negeren. Maar Harris geeft ook toe dat vergelding een moeilijke, diep ingewortelde psychologische behoefte is.
‘Het lijkt in elk geval duidelijk dat een verlangen naar vergelding, voortkomend uit het idee dat ieder individu een vrije doener is die zelfstandig denkt en handelt, gebaseerd is op een cognitieve en emotionele illusie – en een morele illusie in stand houdt.’

Verder in het magazine nog een interview met vrije wil aanhanger Marc Slors, waarvan ik het boek ‘dat had je gedacht’ in mijn boekenkast heb staan. Gezien de streepjes ben ik er ook in begonnen maar ze houden al snel op, dus heb ik het niet uitgelezen. Wel heb ik nog nagekeken of Schopenhauer in zijn ‘noten’ voorkomt voor één of andere boeiende weerlegging. Helaas.
Er staan nog meer leuke essays en interviews in over creatief zijn, over het onbewuste, over het al dan niet bestaan van de ziel, over mannen en vrouwenbreinen en veel tips voor boeken over deze materie.

dinsdag 4 juli 2017

25


Geschreven door Jamal Ouariachi in 2013. Het schijnt het eerste deel van een trilogie te zijn over ene Hanna wanneer ze 25, 45 en 70 jaar oud is. Geschreven door drie verschillende schrijvers die de hoofden bij elkaar gestoken hebben.
Jamal is een Nederlander met een Marokkaanse vader. Even ter verklaring van de exotische naam.
Een grachtengordelschrijver die er kennelijk ook van overtuigd is dat ‘sex sells’.
Ik kon er helaas niet doorkomen ondanks zijn, af en toe spitsvondige en vermakelijke woordkeus.
Ik ben niet geïnteresseerd in andermans seksuele capriolen.
In dit boek word je er mee overgoten.
De rest van de trilogie kan mij gestolen worden.

Het belande na 50 bladzijden in dezelfde hoek waar Gerrit Komrij met zijn ‘Lof der Simpelheid’ gezellig samen met een boek van Henri Nouwen ligt.

Komrij en Nouwen heb ik daar niet in gesmeten vanwege hun fascinatie voor seks maar vanwege hun egotripperij.
Bij Nouwen, in zijn boek ‘Eindelijk Thuis’ heb ik het woordje 'ik' de eerste 20 bladzijden die ik gelezen heb niet geteld. Maar het kwam wel veel te vaak voor naar mijn smaak.
Bij Komrij op pagina 8 (in mijn e-reader) zelfs vijftien(!) keer en op pagina 9 alweer twaalf keer.
Daar zou een redacteur toch op moeten letten, lijkt mij.

IK heb het dan wel gehad met zo'n boek.



dinsdag 23 januari 2018

Dag/Week/Maand van…

Vorig jaar viel het mij op dat er zoveel speciale dagen/weken/maanden waren.
Eén van mijn voornemens was omdat een jaar lang zo goed mogelijk bij te houden en een overzicht te maken.
Het meeste komt tot mij via de krant.
En hoeveel 'tabjes' en spaties ik ook gebruik, ik krijg het niet netjes recht onder elkaar.


Januari

12 jan – 11 feb Maand van de spiritualiteit
15 jan – 19 jan Week van de circulaire economie (whatever it means)
17 jan Dag van het Jodendom
18 jan Lelijke truien dag
24 jan Dag van de pindakaas en van de bedreigde advocaten
21 jan – 28 jan Week van het gebed
25 jan - 31 jan Week van de poëzie; de eerste dag is gedichten dag
28 jan Dag van de privacy en Lepradag (laatste zondag van de maand januari)
29 jan - 4 febr Week van het vergeten kind

Februari

1 febr - 8 maart Maand van de historische roman
6 febr Zero Tolerance Day (dag tegen vrouwelijke genitale verminking) en Safer Internet Day
10 - 17 februari Week van de euthanasie
13 feb Wereld Radio dag
14 feb Valentijnsdag
14 feb - 25 mrt Veertigdagen tijd

Maart

1 mrt - 7 mrt Week van de vegetariër
8 mrt Internationale Vrouwendag
10 mrt - 18 mrt Boekenweek




Waar ben ik aan begonnen.....

Maar kijk eens aan, er zijn er meer die dit gat in de markt zagen.
Dat scheel veel werk.
Maar die sufferds zijn de boekenweek vergeten.
Je moet ook alles in de gaten houden....
Zelfs Wiki heeft er een pagina aan gewijd, maar die staat op het punt te verdwijnen.




maandag 17 maart 2014

Kruisdragen

Omdat we weer in de woestijntijd/ 40 zitten wat gedachten over dit onderwerp want de afgelopen tijd werd ik geconfronteerd met kruisdragen met een andere betekenis dan ik gewend was.
Eigenlijk vind ik deze, voor mij nieuwe gedachte, logischer dan waarmee ik ben opgevoed:
kruisdragen betekent dat ieder huisje zijn kruisje heeft. Onder elk dak is er wel iets aan narigheid wat ‘vrolijk’ meegedragen moet worden. Daarin verschillen gelovigen niet van ongelovigen. Ieder krijgt zijn/haar portie in het leven en het is aan jou hoe je daarmee omgaat; hoe je je kruis draagt. God wil dat alles bij gelovigen wél laten meewerken ten goede. Daarom is dat nooit zinloos/doelloos.

Maar daar gaat het niet echt om bij het kruisdragen.
Kruisdragen heeft te maken met je wil en niet met wat er ‘toevallig’ aan lijden en ziekten op je pad komt. Het houdt veel meer in dat je in Hem blijft, dat jouw keuzes gaan samenvallen met Zijn keuzes en dat je jouw vlees voor gekruisigd houdt omdat je mee gekruisigd bent met Christus (Rom 6:6)
Wij moeten ons kruis opnemen, het wordt ons niet opgelegd zoals ziekten en lijden. Want dan zouden ongelovigen ook kruisdragers zijn en vaak ook nog eens op een betere manier dan gelovigen die vaak steunen en kreunen onder hun ‘lijden voor de Heer’.

D. Prince omschreef het zo (heb ik mij laten vertellen): ‘daar waar Gods wil de jouwe kruist ontstaat het kruis.
Je kunt ervoor kiezen om je eigen wil te volgen, of je neemt het kruis op en verloochent je eigen wil om Hem te volgen.’

Matth. 16: 24,25 en Lucas 9: 23 Tegen allen zei hij: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen. 24 Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden.
Wanneer je jouw wil onderwerpt aan Zijn Wil ontstaat lijden; wanneer je dát lijden accepteert en jezelf verloochent, dan pas wordt je kruisdrager.

Gelukkig, zo heb ik gemerkt behoef je dat niet alleen te doen. Wij behoeven niet zoals Simon van Cyrene mee te helpen om Zijn kruis te dragen; in onze tijd is het andersom. Jezus is die weg al gegaan en kan daarin ons te hulp komen.
Hebr 4: 15 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde.

Een tijdje geleden had ik het hier met een vriendin over: die tekst klopte niet want Jezus was ten eerste geen vrouw, is nooit getrouwd geweest, heeft nooit kinderen gehad en weet niet wat het is om die lastige maandelijkse perikelen te moeten ondergaan en alles wat daaruit voortkomt. Zo was de Bijbel toch weer een ‘mannenboek’.
Nu zie ik meer in dat het hier niet omgaat. Ik moet weer eens een niveau dieper steken; het gaat om de dingen die als mens m/v op je af komen. Teruggrijpend op de ‘verzoekingen in de woestijn’ van Jezus uit Matth. 4 en dan vertaald als mogelijk grootste valkuilen voor ons, mensen van nu.
Ten eerste: het gevaar om je talenten te gebruiken om van je eigen ‘buik een god te maken’; aardse dingen bedenken
(Fil 3:19).
Ten tweede: het afschuiven van verantwoordelijkheid en
ten derde: de valkuil van de op jezelf gerichte machtswellust.


zaterdag 14 november 2015

En Beiroet, Libanon.









16 maart 2016:
Aanslagen in Ankara, Istanbul: 28 doden, 61 gewonden. Opgeëist door
22 maart
Zelfmoordaanslagen in Brussel: 35 doden, 120 gewonden. Opgeëist door IS
25 maart:
Aanslag in en voetbalstation in Irak: 41 doden, 105 gewonden. Opgeëist door IS
27 maart:
Zelfmoordaanslag in Lahore, Pakistan: 70 doden, 340 gewonden. Opgeëist door een type-taliban-groepering.
Gericht op christenen, vooral vrouwen en kinderen zijn het slachtoffer.
28 juni
Aanslag in Istanbul, 41 doden en 239 gewonden. Opgeëist door IS
03 juli
Aanslag in Bagdad, 200 doden, 150 gewonden. Opgeëist door IS
23 juli
Aanslag in Kabul. 80 doden, 240 gewonden. Opgeëist door IS
13 december
Aanslag op een koptische kerk in Cairo; moordpartijen in Aleppo, Mosul....
het wordt teveel, ik kan het niet bijhouden.

Er moet heel veel gebeden worden.


maandag 12 maart 2012

Goede woensdag?

Omdat we zeven weken lang in de lijdenstijd zitten hierover een blog. Waarom het zeven weken zijn tegen 4 weken advent is voor mij nog steeds een groot raadsel. Het zal wel met de Rooms Katholieke traditie te maken hebben, maar dan begrijp ik niet waarom we in de Protestante traditie daaraan meedoen. Of is het zo ‘aangenaam’ om over narigheid te (s)preken (dat doen mensen graag en veel) terwijl buiten de natuur uit zijn voegen barst? In mijn geest druist het allemaal ontzettend tegen elkaar in.
Jaap Zijlstra heeft daar ooit een gedicht over geschreven. 'Eerst moet het Pasen zijn geweest' is de laatste regel.
Met Goede Vrijdag gedenken we de sterfdag van Jezus en met Pasen vieren we de opstanding.
Maar klopt dit alles wel met de feiten? In de tijd dat ik alles nogal letterlijk las vond ik dat een heel vraagstuk. Hoe zit het met die 3 dagen en 3 nachten (a) dat Jezus begraven was wanneer je alles strikt letterlijk opvat. De gangbare argumenten voldoen niet zoals bijvoorbeeld: elk dagdeel telt voor een hele dag. Dan kom je nog een nacht tekort.
Wat nu volgt is een samenvatting van allerlei fora-discussies m.b.t. dit onderwerp. Het uitgangspunt was dat iemand ( een Messias belijdende jood en laten we hem Sem noemen) ontdekte dat in de jaren 23-34 geen enkele 15e Nisan op vrijdag viel. Wel op een donderdag; nl. in het jaar 30.
Het lastige bij het overdenken van deze materie is dat de joodse dagen s ’avonds beginnen en doorlopen tot de volgende avond. (b)
Pasen komt van Pesach/Pascha. Het feest van de herdenking van de uittocht uit Egypte. Het feest begint in de avond met het eten van het Pesach-lam dat overdag op de veertiende is geslacht en de ongezuurde broden. ( de 14e van de eerste maand Aviev/Nisan. (c))
De 15e Nisan was als een sabbat. (d) Op die dag werd er niet gewerkt. Net zoals vroeger bij ons de eerste kerstdag ook als een zondag werd beschouwd en midden in een week kon vallen, was/is de 15e Nisan een sabbat die midden in een week kon vallen.
Als je gelooft dat Jezus 72 uur in het graf is geweest, dan moeten we dus eerst weten wanneer hij werd begraven. Dit staat in Lukas 23: 53
Ditzelfde staat in Markus 15:42-46. (e)
Volgens de wetten die door de Joden in acht werden genomen moesten alle dode lichamen vóór het begin van een sabbat of feestdag begraven zijn. Daarom werd Jezus nog vóór zonsondergang op dezelfde dag dat Hij stierf, begraven. Hij stierf kort na 3 uur 's middags. Als pesach-lam op de tijd van het middagoffer. Prachtige symboliek.
De begrafenis van Christus' lichaam was in de late namiddag. Het was tussen drie uur 's middags en zonsondergang, zoals Bijbelteksten aangeven.
Vervolgens:
Johannes 19: 30: Wanneer Jezus dan de azijn genomen heeft zegt hij: het is voleindigd! Hij neigt het hoofd en geeft de geest. 31 Nu is het voorbereidingsdag; opdat de lichamen niet op de sabbath aan het kruis blijven – want die sabbathdag is een grote – vragen dan de Judeeërs Pilatus dat ze hun de benen breken en zij er kunnen worden afgehaald.
Die grote Sabbath was de 15e Nisan.
Dus op de 14 het begin (begint op dinsdagavond) van de voorbereidingsdag waarop het lam wordt geslacht tussen twee avonden, (= woensdag overdag); op de 15e een grote Sabbath (begint op woensdagavond met het eten van het lam). Jezus stierf op het Pascha, de dag voorafgaand aan deze grote sabbat. Het komt vaak voor dat hij op donderdag valt en wordt dan, ook tegenwoordig, op die dag gevierd. En de Hebreeuwse kalender toont aan, dat in het jaar dat Jezus werd gekruisigd, de 14e Nisan, de Paschadag, de dag waarop Jezus werd gekruisigd, een woensdag was.

Sem: ”Want Als we nu eerst eens naar de mogelijke data voor de 15e Aviv/Nisan kijken, zullen we wel zien wat er aan "goede vrijdagen" overblijft. Van de 15e van de 1e maand af moeten we immers rekenen. 15 Nisan data van het jaar 26 tot 35,
22 gangbare jaartelling: zondag; 23 gjt: donderdag; 24 gjt: donderdag; 25 gjt: dinsdag; 26 gjt: Sjabbath;
27 gjt: donderdag; 28 gjt: dinsdag; 29 gjt: zondag; 30 gjt: donderdag; 31 gjt: dinsdag; 32 gjt: dinsdag;
33 gjt: Sjabbes; 34 gjt: dinsdag.
Conclusie: geen van de data voor de 15e van de 1e maand (Aviv/Nisan), van het jaar 23 t/m 34 valt op vrijdag.
Aangezien alleen aan donderdag als meest plausibele dag gedacht kan worden en we de kruisiging van Hem niet eerder dan 30 kunnen plaatsen en algemeen bekend is dat Hij niet in het jaar 0 o.i.d., maar voor de aanvang g.j.t. is geboren, blijft alleen het jaar dertig over.
Een andere aanwijzing:
Tot tenminste in het jaar 29 van de gangbare jaartelling was in Judea de mogelijkheid misdaden te berechten, die de doodstraf tot gevolg konden hebben volgens de wet van Mosjeh (Mozes) in geval de overtreder schuldig werd bevonden. We zien ten voorbeeld hiervan, dat steniging in Joh. 8 nog mogelijk was, welke geschiedenis plaatsvond ergens tussen Soekoth (Joh.7:2) en Chanoeka (Joh.10:22).
De jurisdictie van het Sanhedrien in halszaken werd hen in het jaar 30 afgenomen door de Romeinen (Jeroesjalmi Sanhedrien 1:1; 7:1; Bavli Sanhedrien 41a; Bavli Avodah Zarah 8a (f)) en verhuisde het Sanhedrien naar de marktplaats, weg van de kamer der gehouwen stenen (alwaar voor het HASJEM recht werd gesproken naar het gebod). Dat is hetzelfde jaar waarin Jesjoea werd veroordeeld door Pilatus. Voor die tijd was berechting in halszaken nog mogelijk, maar in en na dat bewuste jaar 30, tot het opnieuw instaleren van het Herodiaanse koningschap niet meer. We vinden dat en passant terug in Joh.18:31:
"Pilatus dan zei tot en: Neemt u Hem, en oordeelt Hem naar uw wet. De Joden dan zeiden tot hem: Het is ons niet geoorloofd iemand te doden"
Daarom gingen ze naar Pilatus. Voorheen konden zijzelf nog halszaken berechten, maar de Romeinen hadden in 30 die macht naar zich toegetrokken. Dit zien we dus spontaan (toevallig?) terug in de beschrijvingen van strafzaak incidenten in het Johannes Evangelie!
Het waren de Romeinen, in die tijd die de macht hadden een veroordeling en een vonnis uit te spreken (Luk.18:32,33; Joh.18:31), uit te voeren en dit dan ook hebben gedaan onder Pontius Pilatus. (Tacitus, Anales, XV, 44:2, een buiten Schriftelijk getuigenis van de hofkronikeur in Rome).” (g)

Een lastige tekst die al dit gepuzzel zou kunnen weerspreken staat in Johannes 18:28:
Ze brengen Jezus dan van Kajafas naar het rechthuis; het is vroeg in de morgen. Zelf gaan zij het rechthuis niet binnen, om geen onreinheid op te lopen voor het eten van het paasmaal. (Pesach= paaslam- maal)
Later, in Joh 19: 14 staat iets dergelijks.
Jezus en zijn discipelen hadden de avond ervoor al het pascha gevierd/ Pesach maal gegeten. (Luk 22:11) En dat is vreemd.
Op zondagochtend gingen de vrouwen naar het graf en vonden het leeg. Het is theoretisch mogelijk dat Jezus kort na de Sabbat , dus op zaterdagavond = eerste dag der week is opgestaan.
Natuurlijk staat niet vast dat dit allemaal waar is, maar het is in ieder geval een betere en kloppendere uitleg dan ik tot nu toe heb gehoord.




a. Markus 8:31 En hij vangt aan hen te onderrichten dat de mensenzoon veel moet lijden, verworpen moet worden door de oudsten, de overpriesters en de Schriftgeleerden en ter dood gebracht zal worden en na drie dagen opstaan;
Markus 9:31 Want hij was bezig zijn leerlingen onderricht te geven en heeft tot hen gezegd: de mensenzoon wordt overgeleverd in handen van mensen, en ze zullen hem doden, en eenmaal gedood zal hij na drie dagen opstaan!
Mattheus 27:62 Maar de volgende dag, dat is die na de voorbereiding (!), verzamelen zich de overpriesters en de Farizeeërs bij Pilatus, en zeggen: heer, 63 wij hebben ons herinnerd dat die dwaalgeest toen hij nog leefde gezegd heeft: na drie dagen word ik opgewekt!-

b. Bijv. Genesis 1:5 : Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.

c. Exodus 12:1 t/m 11 en Lev 23: 5 In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des HEEREN pascha. 6 En op den vijftienden dag der derzelver maand is het feest van de ongezuurde [broden] des HEEREN; zeven dagen zult gij ongezuurde [broden] eten.

d. Numeri 28: 16 In de maand van het begin, op de veertiende dag na nieuwe maan is het paasoffer voor de ENE! 17 Op de vijftiende dag na deze nieuwe maan is er feest: zeven dagen lang zal er matses worden gegeten 18 Op de dag van het begin is er een oproep tot heiliging: welk slavendienstwerk ook, ge zult het niet doen.

e. Lukas 23: 53 Hij (Jozef van Arimathea) haalt het (lichaam) omlaag en wikkelt het in linnen en legt het in een rotsgraf waar nog nooit iemand heeft gelegen. 54 Het is een dag van voorbereiding en sabbathslicht is begonnen te schijnen. Markus 15:42 het wordt al laat, en daar het de Voorbereiding is, dat is de vóórsabbath, 43 komt Jozef die van Arimathea is enz..

f. Verwijst naar de Talmoed; het op 1 na belangrijkste Joodse geschrift dat Rabbijnse discussies bevat als reactie op de joodse wetten en moraal.

g. The Annals of Tacitus/Book 15#44

woensdag 4 januari 2012

Kunst in de Bijbel

In de loop van de jaren dat we als commissie bezig zijn met kunstwerken voor onze kerkzalen werd ik steeds nieuwsgieriger op welke manier er een ontwikkeling van kunst in de heilshistorie is weergegeven. Hieronder volgt een samenvatting van bevindingen en gedachten.

Kunst is o.a. betekenis geven aan de behoefte aan schoonheid. Meteen dringt zich de overeenkomst op met religie. Religie is de behoefte aan zingeving dat net als de behoefte aan en het verlangen naar schoonheid diep vanuit ons binnenste omhoog borrelt. Bij de één wellicht wat heftiger dan bij de ander. Kunst en religie houden zich dan ook allebei bezig met datgene wat niet meetbaar is in tegenstelling tot de wetenschap. Ze spreken daardoor ook een verschillende taal.
In de Bijbel wordt die eerste behoefte aan schoonheid genoemd in Gen 4: 21. Daar wordt beschreven dat Jubal de zoon van Lamech en Ada de vader wordt genoemd van allen die een goede greep hebben op harp en panfluit. Muziek.
Met veel anderen ben ik het eens dat muziek de hoogste kunstvorm is; de meest intense kunstvorm. Een kunstvorm die alle mensen weet te raken van (ongeboren)baby’s tot dementerende ouderen toe. Muziek kan een helende werking hebben voor mensen in depressies, zoals bijvoorbeeld koning Saul.
Oren zijn belangrijker dan ogen, zo dacht Luther en hoorden we dat in de preek van ds. X over het tweede gebod. Het geloof is uit het gehoor…. over het algemeen.
Onwillekeurig schoot mij het Sh’ma Israël in gedachten uit Deut 6: Hoor! Israël…..
Wat is doofheid akelig.

Na de beschrijving van de ontdekking van de muziek door Jubal, is Exodus 31 een volgende stap in deze ontwikkeling. In deze stap ontmoeten de beeldende kunst en religie elkaar. Kunst wordt in dienst gesteld van de religie.
Het volk Israel is bevrijd uit de slavernij en trekt door de woestijn. God geeft daar aan Mozes de opdracht voor de bouw van de tabernakel en geeft uitgebreid aanwijzingen hoe deze gebouwd moet worden. Dat was een lastige opdracht, want Mozes was wel opgeleid door de Egyptenaren (Hand 7: 21-22) maar dat was voornamelijk in lezen, schrijven, wiskunde, astronomie en astrologie. Ook wel in de architectuur, maar de Oudegyptische architectuur was gericht op constructies voor de eeuwigheid (volgens Wikipedia) en dat is heel anders dan een tent die door een voorttrekkend volk steeds meegenomen moest worden.
De Israëlieten hadden bij hun vertrek uit Egypte goud, zilver en kledij geëist en gekregen. (Ex 12: 35, 36 ) Deze middelen werden ingezet bij de bouw van de tabernakel.
God koos mensen uit en vervulde hen door middel van de Heilige Geest met wijsheid, verstand en kennis. Voor zover ik heb kunnen nagaan is dit de eerste keer in de Bijbel dat de Geest van God zo uitdrukkelijk aan een mens wordt geschonken. Hij gaf hen daarnaast creatieve gaven. Gaven om te bedenken, te ontwerpen.
Deze Bezaleël en Aholiab kregen daarbij ook nog de gave van onderwijzing om hun kennis door te geven aan de bouwers en borduurders. (Ex 35: 35)

Even tussendoor: In Jeruzalem staat de Academy of Arts and Design die vernoemd is naar deze Bezaleël!

God gaf aan Mozes uitgebreide aanwijzingen mee. Ex 25 t/m 30. Regelmatig schrijft de HSV daar: ‘…het werk van een kunstenaar’. God gaf de mensen de talenten en mogelijkheden om dingen uit te denken; om zelf ook creatief te zijn. God creëerde de mens immers naar Zijn eigen beeld en gaf hen de aard mee dat zij in deze verkregen vrijheid hun creativiteit en mogelijkheden zouden kunnen ontdekken en ontwikkelen. Die vrijheid is overigens voor de ontwikkeling van kunst wel belangrijk.
Beeldende kunst was de Israëlieten niet vreemd; de tabernakel bevatte cherubs op het verzoendeksel van de ark. Op de gordijnen in de ark stonden ook cherubs. De menora werd versierd met amandelboommotieven; het symbool voor vruchtbaarheid, opstanding en leven. (T. Labuschagne, doctoraalscriptie 1993)
Tijdens de woestijnreis moesten de Israëlieten in opdracht van God kijken naar een koperen slang voor genezing. Oftewel: leren om God op Zijn woord te geloven ook al gaf een slang misschien wel een negatieve associatie als we het verhaal over de zondeval erbij betrekken.
In de Schriftgedeelten over de tempel die door Salomo werd gebouwd lezen we over cherubs, leeuwen, lelies, granaatappelen en vlechtwerk. (1 Kon 7 v.a. vs 13) Een koperen zee die rustte op beelden van runderen. Salomo liet speciaal voor deze kunstwerken een brons- en koperwerker komen uit Sidon. Granaatappels zijn het symbool van voorspoed en vruchtbaarheid, Lelies het symbool van reinheid en zuiverheid.
Ook de tweede tempel werd voor zover de middelen dat toelieten versierd en alle gouden en zilveren voorwerpen die Nebukadnezar had geroofd werden op bevel van Cyrus van Perzië weer teruggegeven. (Ezra 6)
Kunnen we dat allemaal eigenlijk wel kunst noemen?
Naar de maatstaven van deze tijd niet, nee. In de Bijbel en nog lang daarna werd/wordt kunst het meest gezien als handwerk/ techniek. Bijvoorbeeld in Hand 19: 24 waar Demetrius tempeltjes van Diana maakte…trouwens ook kunst in dienst van religie en in Openb. 18: 22 bij de val van Babylon wordt kunst genoemd. Op beide plaatsen wordt het woord ‘technè’ gebruikt; daar zit ons woord techniek in. Vakmanschap. Ambacht.
Dat is niet wat wij in deze tijd onder kunst verstaan (al moet vakmanschap er wel degelijk onderdeel van zijn), maar vroeger zeer zeker wel. Het is wel degelijk uiting geven aan de behoefte aan en het verlangen naar schoonheid en betekenisgeving.

In het nieuwe testament lezen we niet veel over kunst. Het land was bezet door de Romeinen en vrijheid is belangrijk bij de ontwikkeling van kunst. In een periode van bezetting hebben mensen wel andere dingen aan hun hoofd denk ik dan. Praktisch gezien waren er misschien weinig tot geen materialen voorhanden.

Eén ding is heel duidelijk: De Bijbel zelf is een literair kunstwerk en heeft door de eeuwen heen ontzettend veel kunstenaars geïnspireerd tot het creëren van kunstwerken en doet dat nog steeds. In de muziek, in de beeldende vorming, in de proza en poëzie ….tot in films toe.
Daar mogen we de Ene dankbaar voor zijn.

dit artikel is verschenen in ons kerkblad van november 2011

woensdag 6 december 2017

Vertalen is verliezen?


In discussies over geloven en de Bijbel komt het vaak voor dat er dingen verkeerd worden begrepen. Dan wordt er vaak gezegd dat je in de context moet lezen. De context is de samenhang tussen woorden, zinnen en tijd.
Oftewel: een tekst in het geheel waarin hij staat lezen en pogen het met de ogen van toen te doen.
De laatste jaren zijn er mij dingen opgevallen die met de berijming van de psalmen toch niet helemaal goed zijn gegaan.

Het eerste vond ik in psalm 9:9; 110:2
Dat gaat over het getrapt worden op de nek of dat de nek als een voetenbank dienst doet.
Volgens mij is dat een Romeins gebruik en ten tijde van de psalmdichter nog nauwelijks bekend. (Alleen in Jozua 10 staat iets wat er op lijkt.)
Wel vond ik het fascinerend te zien, toen ik in het Egyptisch museum van Cairo rondliep, dat de namen van de vijanden van de Farao op de voetbedden van zijn slippers stonden geschreven net als op zijn voetenbank.
Hij ‘liep’ op zijn vijanden en legde zijn voeten op hen. Ten teken van (toekomstige?) onderwerping.
Toen begreep ik ook de zinssnede die staat in het NT: 1 Kor 15: 25:
‘Want Hij moet Koning zijn totdat Hij alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd’.
Precies zo staat het ook in de onberijmde psalm 110: 1: ‘De Heer heeft tot Mijn Heer gesproken: zit aan Mijn rechterhand, totdat ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten’.
Niets over een nek.
Nu is dit niet zo schokkend; het heeft eenvoudigweg met onderwerping te maken. Maar het geeft aan dat de berijming met een andere, latere bril is gemaakt.

Het woord ‘vierschaar’ is anders.
Het komt voor in de berijmde psalmen 9:8; 76:5; 119:10; 143:2; en ik weet niet of ze dat allemaal zijn.
Raar woord vond ik het. Later ging ik het begrijpen. Het heeft met de rechtbank te maken.
Je hebt daar de rechter, een openbare aanklager, een advocaat en de schuldige.
Alleen.......toen ik het boek van Wright had gelezen schoot het me weer te binnen. Hij beschrijft de rechtbank uit vroeger dagen als bestaande uit drie personen.
Deuteronomium eens nagelezen: in hoofdstuk 17 staan wat aanwijzingen en inderdaad, zelfs het hoogste rechtsorgaan steekt niet ingewikkeld in elkaar. Wanneer er een zaak was waar met niet uitkwam ging men naar de Levieten, legden de zaak voor en er werd recht gesproken.
Dat woord vierschaar is dan kennelijk een later bedenksel en gebaseerd op de veel latere vorm van de rechtbanken.

Het Onfeilbare Woord wanneer het over de Bijbel gaat is ook zo’n uitdrukking die velen gewend zijn te gebruiken. Het komt uit de (berijmde) Psalm 56: 5.
Het staat niet in de onberijmde of überhaupt in de Bijbel. Wat men er nu precies onder verstaat kom ik ook niet goed achter. Is de Bijbel foutloos?
In ieder geval heeft de Bijbel zelf niet de pretentie 'onfeilbaar' te zijn.
Het wordt er ingestopt.

Het vervelende is dat op die vierschaar en onfeilbaarheid hele theologische constructies worden gebouwd.
Vertalen is helaas niet alleen verliezen, er wordt soms iets toegevoegd wat een heel eigen leven gaat leiden.
En dat vind ik eigenlijk best kwalijk.


woensdag 6 februari 2013

Kunst en Geloof

Weer eens naar een Hillegondadebat geweest.
Deze keer ging het over de relatie tussen beeldende kunst en geloof.
Sprekers waren Liesbeth Labeur alias Sela (sela .nl) en Janpeter Muilwijk. Beiden kunstenaars die de nodige prijzen op hun naam hebben staan.
Sela kende ik van verschillende fora, de Calvijnglossy, van haar expositie ‘de brede en de smalle weg’ (ballenbak) in Middelburg, de expositie ‘kunst en reformatorisch enzo’ in Dordrecht.
In het downloadbare magazine staat op pag 30 een prototype van ‘ons’ glasobject waarvan het de bedoeling is dat het dit jaar in één van onze kerken komt te hangen, maar dan op ware grootte.

Ons protestants ‘probleem’ is dat we sinds de beeldenstorm zeer terughoudend zijn met afbeeldingen maken van wat (vooral) boven is vanuit de tien geboden. Zo werd er gesteld.
Zelf heb ik dat eigenlijk niet. Voor mezelf lag de nadruk altijd op het ‘niet aanbidden’. Dat je God niet afbeeldt; kúnt afbeelden lijkt mij logisch.
Zo zei ds. Van der Linden dat naar zijn mening het doel van het verbod op het afbeelden lag in de fixatie. Wanneer je God afbeeldt fixeer je Hem in een beeld en dat kan niet. Dat vond ik wel een goede opmerking.
Maar oké, de kunstenaars herkenden die schroom kennelijk wel. Muilwijk ‘verpakte’ Jezus dan enigszins in bijvoorbeeld een dakloze met stigmata. Dat heeft natuurlijk een diepere betekenis, zie Matth. 25 laatste gedeelte.
Hij heeft duidelijk zijn eigen stijl gevonden in tegenstelling tot Sela die zoekende is. Persoonlijk vind ik zijn kunst wat zoetsappig. Wel leuk is zo’n eigentijdse annunciation. In de klassieke schilderkunst komt dit zo vaak naar voren.
Dankzij de cursus kunstgeschiedenis weet ik nu dat, traditioneel gezien Maria wordt afgebeeld in het blauw en dat er vaak witte lelies te zien zijn, symbool van de reinheid. Verder spreekt het lam, de duif en het kruis in het raam voor zich.
Muilwijk noemde als inspiratiebron Giotto. Nu weet ik ook dat hij degene was die als eerste emotie en ruimtelijkheid in zijn schilderijen probeerde te brengen. De cursus kunstgeschiedenis werpt zijn vruchten af!

Sela’s kunstuitingen zijn heftiger, ze experimenteert meer en ze raakten mij meer. Ze begon met een 'donderpreek' uit één van de psalmen. Ze bedoelde te zeggen dat onze ideeën veranderen maar fenomenen zoals de donder en de bliksem hetzelfde blijven. Waar ze naar toe wilde weet ik eigenlijk niet goed meer.

Ze zet zich af tegen de refocultus die mensen uitsluit. Dat kwam zeer duidelijk naar voren. Ze liet een stukje horen van een gemixte sound van een stem van een waarschuwende, galmende dominee met een stevig beat eronder. Ik herkende het uit 'de ballenbak' van Middelburg. Waardering had ik voor haar variant op de sola’s van de reformatie: het sola pictura.
Op een vraag uit het publiek of er grenzen zijn aan de religieuze kunst antwoorden beiden, na aarzelen, ontkennend. Wel geloofde de één, Muilwijk, dat kunst en religie kunnen en moeten samengaan terwijl Sela daar niet in geloofde. De wegen gaan volgens haar uit elkaar.
Waarschijnlijk heeft zij feitelijk gelijk omdat de gelovigen zich zo minimaal hebben ingelaten en nog steeds inlaten met kunst, maar ik denk net als Muilwijk dat een samengaan mogelijk en zelfs een heilige verplichting is. De hele kosmos is tenslotte eigendom van Christus.
Juist christenkunstenaars zouden, geïnspireerd door Gods Geest, de mooiste kunst van de wereld moeten kunnen maken.

donderdag 28 april 2016

Chiliasme


Soms is het prettig wanneer je met je neus weer eens op bepaalde Bijbelgedeelten wordt gedrukt.
De vage beelden die ik had worden dan weer van stal gehaald en bijgeschaafd en het prikkelt tot verder denken.
Over het chiliasme heb ik al wel veel nagedacht en er veel over gelezen.
Maar nog nooit is er een theorie geweest waarvan ik dacht: ha, dat klopt als een cryptogram.
Omdat ik denk dat het allemaal ná mijn tijd op aarde gaat gebeuren laat ik het ook meestal voor wat het is. Jezelf voorbereiden op het stervensproces is realistischer dan te hopen op de ‘escape’ van een mogelijke ‘opname’.

Waar hebben we het over.
Chiliasme of Millenialisme: de leer van het duizendjarige vrederijk.

Wanneer komt dat? Of is het er al? Of is het al geweest?
Komt Jezus daarvóór terug of daarna?
Willem Ouweneel is overtuigd pre-millennialist en leest en verklaart de Bijbel dan ook met deze hermeneutische bril. Op een dag is er de opname; Jezus komt de gelovigen ophalen. (Pré/vóór ‘het duizendjarige rijk’) Beschreven in 1 Kor. 15 v.a. vs. 51 en 1 Thess. 4 v.a. vs. 13. Vervolgens breekt een grote verdrukking aan van zeven jaren. Gebaseerd op de boeken Daniel en Openbaringen. Zie de linkjes onder. *
Vervolgens komt Jezus voor de tweede keer terug en breekt dat duizendjarig vrederijk aan, daarna moet de satan nog even worden losgelaten en worden vernietigt en dan breekt de ‘olam haba’ aan: de nieuwe wereld.
Alles is zeer geschematiseerd.
Post –chiliasten /millennialisten geloven in Christus terugkomst ná dat duizendjarige vrederijk.

In alle gelovige (puber)werelden spelen deze vragen. Mijn zoektocht begon op zestienjarige leeftijd met het boek van Bavinck: ‘En voort wentelen de eeuwen’. Ik herinner me dat ik het nogal moeilijk vond. Ik herinner me ook verjaardagen bij mijn grootouders waar de oudooms met elkaar spraken over de boeken van Hal Lindsey,
omgeven door een dikke Agio-sigaren-walm in de opkamer waar wij anders nooit mochten komen. Ernstige disputen werden daar gehouden diep weggezakt vanuit grote groene fauteuils. Er zaten ook een paar theologen in mijn voorgeslacht. Pieter Honkoop was getrouwd met de oudste zus van mijn opa. Oké, dit was een klein nostalgisch zijpaadje.

Ik weet niet of de basisovertuigingen die ik nu heb wel kloppen maar ze blijven in mijn geest hangen.

1. In praktische alle theorieën die ik hierover gelezen heb wordt het duizendjarig vrederijk letterlijk genomen. Daar beginnen voor mij de twijfels al. Waarom zou je die duizend jaar letterlijk nemen in een boek wat bol staat van de symboliek. Over het duizendjarig (vrede)rijk wordt helemaal nergens gesproken, over vrede ook niet. Wel over heersen en regeren. Het gaat over de duizend jaren. Een reden te meer om het niet letterlijk te nemen. Het is gewoon een zeer lange tijd. 10x10x10. Het kan ook hoogte breedte en diepte betekenen. Het is allesomvattend.
Het is in ieder geval de tijd dat satan gebonden is.

2. Volgens mij is op Golgotha zijn kop vermorzeld. Het brein. De Overwinning is daar door Christus behaald.
Dat lijkt mij een aardige binding voor de satan.
Wij weten toch niet hoe de wereld er uit zou zien wanneer satan nog de vrije hand zou hebben?
Zijn ‘ledematen’ zijn echter nog in beweging als de armen van een Octopus. Misschien kan ik beter zeggen: het slangenzaad is nog in beweging. Maar die hebben geen leiding meer; ze doen maar wat. De volkeren kunnen niet meer georganiseerd worden misleid. Dat komt later nog één keer.

3. Ik denk dat de tijd van het einde begonnen is met de uitstorting van de Heilige Geest. Toen brak er een periode aan in de wereldgeschiedenis die nog nooit eerder is vertoond.
Deze Geest houdt de grootste ellende tegen. Deze Geest biedt ons een ontsnappingsmogelijkheid /vrijheid in Christus. Ik denk dat dát de duizend jaren zijn.
In deze tijd moeten we het kwade overwinnen door het goede te doen. Dat kúnnen we ook met behulp van die Geest. Zo maken we stukje bij beetje dat koninkrijk van God meer en meer zichtbaar.
Op ‘kleine’ schaal in allerlei ‘haardjes’ op de wereld gebeurt dat ook. Als olievlekjes.
Via de media krijgen we een heel andere indruk maar wanneer ik nuchter nadenk dan zijn er op deze wereld ook miljoenen mensen die in vrede leven.

4. Dan is er die grote verdrukking.
Die komt denk ik nog. Dat is n.m.m. de tijd dat de satan nog voor een ‘kleine tijd’ ontbonden moet worden. Zijn laatste stuiptrekkingen. Tot zijn tijd vol is. Zeven jaar geeft een volheid aan.
Het is interessant dat Paulus (?) in zijn brief aan de Thessalonicenzen (2 Thess 2:7) schrijft dat er iemand is die ‘de mens der wetteloosheid’ tegenhoudt. Wanneer deze is verdwenen, wordt de wetteloze geopenbaard. Er is er maar één die instaat is om die mens der wetteloosheid kan tegenhouden dus logisch gezien lijkt het mij dat de Heilige Geest hiermee wordt bedoeld.
Wanneer deze Zich terugtrekt breekt de hel pas goed los.
De Heilige Geest woont in de gelovigen, dus gelovigen verdwijnen dan ook. Of dat plotseling gebeurt of langzaam aan weet ik niet. Ik vermoed langzaam.

In ieder geval worden die ‘zeven jaren’ in periodes hier beschreven:
Daniël 7:25 ; 9:27; 12: 7; 12:11; en Openbaring 11:2 en 11: 3; 12: 6 en 13: 5

Films als ‘Left Behind’ spelen in op zo’n plotselinge gebeurtenis. Ik vraag me af of dat klopt, ik hou niet zo van dergelijke films. Ik ben bang dat het mijn denken over deze zaken teveel beïnvloed.
En of ik nu behoor tot pré – post- of á- millenialist weet ik ook niet en interesseert me eigenlijk weinig.


* Helaas merk ik bij het uitproberen van de linkjes dat ze niet precies op de juiste plaats in de Bijbel belanden.
Wat is dat toch met die bijbels online?

donderdag 31 december 2020

Exodus


Niet door Mozes geschreven, maar deze keer door Jonathan Sacks, Brits Opperrabbijn, in 2010 (p 252) Ondertitel: boek van de bevrijding en de geboorte van een natie.
(of volk, vergadering, gemeenschap. P 16)
Ik weet niet in welke volgorde hij de vijf boeken van de Thora heeft becommentarieerd; in het Nederlands is dit het eerste boek. Er wordt een volk geboren en Sacks is duidelijk trotser op zijn Joodse wortels dan ik op mijn Nederlandse.
Sacks kende ik al van zijn boeken 'Een gebroken wereld heel maken' en 'Niet in Gods Naam'.




Een wijze man, die goed te volgen is wanneer je het één en ander afweet van de Bijbel en de Joodse religie. Helaas is hij vorige maand overleden. Bij nazoeken op het www ontdekte ik tot mijn geruststelling dat de vijf boeken in het Engels compleet zijn. 

Ooit wilde ik de Bijbel gaan lezen voor mezelf en dan meteen alle vragen opschrijven die bij me opborrelden. Het is er nooit op die manier van gekomen, maar nu, lezend in dit boek kom ik veel tegen waar ik zo mijn vragen bij had. Ik had als Jood geboren moeten worden. Dan kun je putten uit een lange traditie van zoeken naar antwoorden.
Dit boek bestaat uit elf parasja’s; elf schriftlezingen. Elke week één. Exodus werd in de winter gelezen.
Wat wil ik onthouden van dit boek? Dat valt niet mee want er staat zoveel interessants in.
Een bloemlezing:

Niet alleen het chiasme in Ex 6: 2-8, maar de hele Thora is in grote lijnen een chiasme:
A. Genesis,  de voorgeschiedenis van Israël
             B. Exodus, de reis naar de Sinai
                           C. Leviticus, het priesterschap, offers en heiligheid
             B. Numeri de reis vanaf de Sinaï
A. Deuteronomium , de toekomst van Israël.
Zonder de priesterdienst, beschreven in Leviticus, het hoogtepunt van een chiasme, zou er geen Joods geloof of Joodse ethiek zijn.

Maar ook in Exodus zelf is een chiasme te onderscheiden:
A. onrechtvaardige samenleving
            B. Bevrijding d.m.v. de tien plagen
                        C. Splijten van de Rietzee
            B. Vrijheid d.m.v. de tien geboden
A. rechtvaardige samenleving

De beelden van de rivaliteit tussen de broers in het eerste Bijbelboek waar ik me ook altijd over verbaasd heb: Kain en Abel, Izaäk en Ismael, Jakob en Ezau, Jozef en zijn broers en dan Mozes en Aaron.
Kain sloeg uit jaloezie zijn broer Abel dood; tussen Izaäk en Ismael was er ook jaloezie in het spel; maar kwam er, hoewel ze gescheiden werden, een verzoening tot stand want ze stonden samen bij het graf van hun vader Abraham.
Jakob en Ezau hebben ook zo hun verleden met jaloezie maar omhelzen elkaar later weer. Jozef verzoent zich ook weer met zijn jaloerse broers en gaat zelfs voor hen zorgen.
Mozes en Aaron trekken met elkaar op als één man om het volk te leiden. Zo wordt het beschreven in Exodus 6: 25 waar verkeerd is vertaald. Daar staat namelijk ‘Het was deze Aaron en Mozes….’ in het enkelvoud om hun eenheid te benadrukken.
In vers 26 hetzelfde maar dan in omgekeerde volgorde: ‘het was deze Mozes en Aaron’.  (In de Naardense vertaling staat het wel goed.)
Je zou kunnen spreken van een ‘evolutie’.
Juist omdat de oudere Aaron zijn jongere broer eerde en niet jaloers was maakte dat hem tot een geschikte hogepriester.

Het vreemde van de passieve en de actieve rol van het Joodse volk. Bij de Rietzee moesten ze het ‘gevecht’ met de Egyptenaren aan God overlaten (Ex 14: 13,14); vervolgens in de strijd met de Amelekieten moesten ze zélf vechten onder de opgestoken armen van Mozes. (Ex 17:9)
Het eerste paar stenen tafelen met de wet erop geschreven gooide Mozes kapot. Ik vond dat altijd wel gewaagd van hem; iets wat nota bene door Godzelf was beschreven! (Ex 31: 18)
Het tweede paar stenen tafelen moest Mozes zelf uithakken  (Ex 34:1) en toen hij daarmee afdaalde glansde zijn gezicht.
Sacks legt het uit als een opwekking vanuit de mens die meer bevrediging geeft en permanenter van aard is en die de mens definitiever verandert dan een opwekking alléén van Boven. ‘Niet wat God voor ons doet verandert ons maar wat wij voor God doen.’ (p. 27)
Dat vind ik dan weer te gewaagd.
Zelf zou ik het formuleren als: God geeft het voorbeeld en wij mensen doen het met Zijn hulp na.
Jezus doet ons vóór en wij volgen na.

Toen Mozes op de Berg was kreeg hij van God instructies over de bouw van de tabernakel. En later lees je diezelfde instructies nog een keer wanneer Mozes die doorgeeft aan de bouwers.
Er is een verschil: het sabbatsgebod staat bij God aan het einde van de instructies en bij Mozes aan het begin.  Waarom?
Vanuit God was de zevende dag de sabbat maar voor de mens die op de zesde  dag geschapen is was de sabbat de eerste dag.
Ik hou van die logica.
De sabbat, of in ons geval de zondag als tegengif voor de ‘homo economicus’.   De dag dat we niet denken aan geld maar aan waarden en een generale repetitie is voor de ideale samenleving die gaat komen. De ‘Olam Haba’.   

Waarom beslaat de schepping slechts vierendertig verzen en de bouw van de tabernakel wel vijfhonderd? Voor een almachtige en alwetende God is het niet moeilijk om een huis voor de mensheid  te bouwen, maar voor kleine, feilbare mensen is het wel moeilijk om voor God een huis te bouwen.
God vindt het interessanter wat wij scheppen dan wat Hijzelf heeft geschapen. Maar waarom staat dit verhaal in het boek Exodus en niet in Leviticus wat helemaal gewijd is aan de priesterdienst in de tabernakel?
Om een natie, een volk te bouwen  hadden ze een gezamenlijk doel nodig. Wat samen gedaan wordt geeft identiteit en verantwoordelijkheid.  Dat vormt een volk.

Heel lief van Sacks dat hij het boek begint met zes vrouwen. Zonder hen zou er geen groot man als Mozes zijn geweest.
Zijn moeder Jochebed, die haar kind verstopte. De vroedvrouwen Sifra en Pua die burgerlijk ongehoorzaam waren en de opdracht van de Farao naast zich neer legden om de jongetjes van de Israëlieten in de Nijl  te gooien. 
Zus Mirjam die haar broertje in de gaten hield en op het juiste moment haar rol speelde. 
Bitja, de dochter van de Farao (1 Kron 4: 18) die ook tegen haar vaders wensen inging door Mozes te adopteren en Zippora, de latere steun en toeverlaat van Mozes.  

De verschillen tussen priesters en profeten worden uitgebreid behandeld. Te veel om op te noemen. Een paar:
Het ambt van priester werd overgedragen van vader op zoon. De rol van profeet niet.
Priesters droegen speciale kleding, profeten niet.
De taken van een priester stonden vast, nl. onderwijzen en onderscheiden; een profeet had zijn eigen persoonlijkheid en bracht het ‘woord van de Heer’.

Een puntje van kritiek:
Het geniale van het jodendom was dat het inzag dat kennis het hoogste sociale goed is. (p 202)

Soms heb ik idee dat Sacks kennis verwart met wijsheid. Misschien is dat voor hem hetzelfde. Voor mij zijn dat echter twee heel verschillende dingen.
Door het eerste systeem ter wereld van een algemene leerplicht te creëren legden zij de basis voor een nationale identiteit gebaseerd op geletterdheid, studie en geestelijk leven. (p 204)
Gebaseerd op Jesaja 54:13: Al je kinderen worden onderwezen door de Heer, rust en vrede zal hun ten deel vallen.

Al je kinderen, dus ook meisjes……wanneer is dat dan ontspoord? 
De eerste vrouwelijke rabbijn in de geschiedenis was pas in 1935.
En in het rijtje Nobelprijswinnaars dat toch door veel mensen met een joodse achtergrond wordt bevolkt lees ik welgeteld één joodse vrouwennaam: Ada Yonath.
Ik herinner me de film 'Yentl' en korter geleden 'Unorthodox', daaruit kwam niet echt naar voren dat de vrouwen zo gelijkwaardig werden behandeld.

Maar verder een aanrader. En Genesis heb ik ook al klaar liggen. Ik verheug me erop.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   



dinsdag 21 april 2015

Vreemd en bizar


Lastige Bijbelverhalen.
Geschreven door Piet Schelling ( emeritus predikant uit de PKN) en vorige week verschenen.
Heet van de naald van het Boekencentrum.
Schelling neemt een paar lastige Bijbelverhalen onder de loep. Verhalen die de wenkbrauwen doen fronsen of erger: ergernis opwekken. Wie kent ze niet?
De Nefillim uit Genesis 6, het offer van Abraham, de vrouw van Lot die in een zoutpilaar verandert en nog meer. Totaal bespreekt hij twaalf verhalen die door andere mensen zijn aangedragen.
Vooraf geeft hij vijf vuistregels voor precies en onderscheidend lezen.
Hij geeft een interpretatie bij de twaalf geschiedenissen en een ‘toepassing’ oftewel wat kunnen wij er in deze tijd van leren.
Ook Schelling gelooft in de betekenis van getallen, de
gematria en verduidelijkt daarmee het één en ander. Daar hou ik wel van. Zijn twaalf verhalen vormen vast ook een bepaalde compleetheid.

Een voorbeeld: het verhaal van Elisa met de beren die twee en veertig kinderen doodden. (2 Kon 2: 23 -25) Ik vind dat ook een vreselijk verhaal en met geen enkel argument goed te praten.
Maar achter de beelden zitten betekenissen. Om er een paar te noemen: De betekenis van die twee en veertig is: 6x7, geen 7x7.
7 is het getal van de volheid, bij 6x7 is er nog een restant, niet alles is verloren. Niet alle kinderen vinden de dood, als dit verhaal al echt gebeurd is. Kinderen zijn de hoop voor de toekomst.
Wij, in onze tijd hebben de impact van het hebben of juist niet hebben van kinderen een beetje verloren, althans in vergelijking met de dagen van toen.
Het 'opgaan' of het 'afdalen' naar heeft een betekenis.

Een leerzaam boekje om vooral goed te leren lezen in de Bijbel en uit te vinden wat de bedoeling is achter de verhalen; te zoeken naar de betekenissen.
Nog één dan omdat het verhaal in mijn hoofd bleef hangen: In het boek Rechters wordt verteld van Samgar die 600 Filistijnen met een ossenstok in elkaar sloeg. Slechts eén vers wordt aan dit voorval gewijd. Rich. 3:31
Ik kreeg visioenen van Amerikaanse films waarin de ‘Good Guy’ op z’n gemak zijn vijanden, die zich altijd netjes één voor één lijken aan te melden, in elkaar slaat. Zo kun je er wel 600 aan.
Hier is ook weer het getal van betekenis. Geen 700, een totaal, maar 600. Niet alle Filistijnen zijn verslagen.
Die ossenstok staat voor de mogelijkheden die Samgar had. Hij werkte met zijn mogelijkheden en in die zwakheid is hij overwinnaar.
“En”, zo schrijft Schelling, “Door gegevens symbolisch te verstaan, werkt het verhaal vandaag ook zonder dat er werkelijk bloed vloeit. Die leeswijze is eveneens legitiem. Het is aan de lezer om een keuze te maken.”

Zo blijft de Bijbel een fascinerend boek.




vrijdag 23 september 2016

De stilte spreekt



Geschreven door Eckhart Tolle (1948) in 2003. Ik las een zesde digitale druk uit 2009.

‘Een echte geestelijke leraar heeft niets te onderwijzen in de conventionele betekenis van het woord, heeft niets te geven of toe te voegen, zoals nieuwe informatie, een geloof of gedragsregels. De enige functie van zo’n leraar is je te helpen datgene uit de weg te ruimen wat je scheidt van de waarheid van wie je al bent en van wat je in je diepste wezen al weet.’
Zo, die eerste zin sprak me al aan, al zou ik waarheid met een hoofdletter schrijven en daarmee God bedoelen: JHWH.
Zo zag ik eigenlijk ook mijn opvoeding van mijn kinderen. Enigszins intuïtief vond ik dat ik ze geen regels moest opleggen – nou ja, een paar dan - maar veel meer de ruimte moest kaderen waarin zij zich vrij mochten bewegen.
Dat proef ik ook een beetje in deze woorden.
Al lezende op weer zo’n mooie, vredige ‘September Morn’ waarop de zon nog dwarser door de grote Cannabladeren schijnt waardoor ze nog groener lijken op te lichten, las ik over de manier om de stilte in jezelf aan te boren tot een diepere laag van ‘intens levendige vrede’.

Ik kwam al aardig in the mood toen ik opkeek en een grote spin zag in gevecht met een insect........
wèg vrede.
Ik vond de situatie zo hilarisch dat ik inwendig in schaterlachten uitbarstte. Dat bevorderde het serieuze lezen ook niet echt.
Omdat Tolle ook schrijft dat ‘het altijd beter en belangrijker is op te houden met lezen dan door te lezen’, heb ik daar, al hikkend, maar even gevolg aan gegeven. (Ja, natuurlijk ruk ik het uit z’n verband.)

Het eerste deel van het boek bestaat uit eigen uitspraken, die Tolle zelf ‘heilig’ noemt. (p 9)
Ik ben zo vrij om dat met een korrel zout te nemen. Maar misschien bedoelt hij gewoon letterlijk: apart gezet. Dan zal ik daar verder niet over vallen want ze staan allemaal apart van elkaar.
Met de nodige reserves begon ik aan dit boekje. (want op foto’s vind ik hem onsympathiek)
Ik ben ook een beetje allergisch voor esoterisch geneuzel maar al lezende ging het mij toch boeien. Veel open deuren, dat wel, maar mooi verwoord. Mooier dan ik dat kan.
Veel herkenbare dingen zoals:
‘Ieder ego bevat wel ten minste een element van wat we een ‘slachtoffermentaliteit’ zouden kunnen noemen. Sommige mensen zien zichzelf zo duidelijk als slachtoffer dat de slachtofferrol de centrale kern van hun ego wordt.’
Ik herken dat in bepaalde figuren, die dat niet in woorden uitdrukken maar in hun houding. Tegelijkertijd stralen ze ook heldhaftige pogingen uit om het te relativeren en daardoor in balans te blijven. Maar je voelt van een afstand dat interne gevecht.
‘Zoals water een vaste, vloeibare of gasvorm kan hebben, kan het bewustzijn ‘bevroren’ zijn als materie, ‘vloeibaar’ als verstand en denken en vormloos als zuiver bewustzijn.’
Hierbij moest ik denken aan Swaab die in zijn boek 'Wij zijn ons brein' naar mijn idee enkel over het brein spreekt in ‘bevroren’ toestand met hooguit een paar druppeltjes vloeibaar.
'Als je in de natuur loopt of rust, eer haar dan door er helemaal te zijn. Wees innerlijk stil. Kijk. Luister.
Zie hoe elke plant en elk dier helemaal zichzelf is. Anders dan de mensen hebben ze zich niet in tweeën gesplitst. Ze leven niet via een mentaal beeld van zichzelf en hoeven dus ook niet te proberen dat beeld te beschermen en te versterken. Het hert is zichzelf. De narcis is zichzelf.'

Zou dat het zijn waardoor mensen zo graag in de natuur rondlopen en daardoor tot rust komen?
De natuur ademt iets uit wat we zelf zouden willen bezitten. Rust. Eenheid.
Dat de natuur door mij dan haar eigen schoonheid en heiligheid leert kennen gaat voor mij een stapje te ver. Te etherisch, te vaag.
In de hoofdstukken ‘relaties’, ‘De dood en de eeuwigheid’ en ‘Lijden en het einde van het lijden’ heb ik het meest gemarkeerd. Er staan teveel nadenkertjes in om hier neer te plempen. O.a over het luisteren.
Een ieder leze zelf.

Nou, eentje dan:
'Als je kunt leren de eindes in je leven te aanvaarden en zelfs te verwelkomen, kun je tot de ontdekking komen dat het gevoel van leegte dat in het begin onbehaaglijk was, verandert in een gevoel van innerlijke ruimte waar een diepe vrede van uitgaat.
Door te leren op deze manier elke dag te sterven stel je je open voor het leven.'

Voor mij is dat met wat andere woorden zeggen wat Jezus in Joh 12:25 ook al zei:
Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat (níet op de eerste plaats zet/loslaat) in deze wereld, zal het behouden tot het eeuwige leven.

Wat moet ik met deze goeroe die al heel wat mensen heeft weten te bereiken.
Het zal wel weer overwaaien. Er zijn er gekomen en weer gegaan: Redfield, van de Celestijnse belofte; Neal Donald Walsh, van de gesprekken met God; Krishnamurti van ‘het begint bij jou’; Wayne W. Dyer, ‘Niet morgen maar nu’.
En zo zullen er wel meer zijn en nog meer komen. Allemaal vinden ze het wiel weer uit door de religies door elkaar te husselen en wijsheden te destilleren. Mijn raad: relativeer en pik de dingen eruit die je verder helpen in het denken.

De zon schijnt: ik ga genieten van het NU.

dinsdag 27 september 2022

Hierna


Ondertitel: een cultuurgeschiedenis van de hemel.
Geschreven door Catherine Wolff, vorig jaar september. In het Engels: ‘Beyond: How Humankind Thinks About Heaven’.
Deze dame heeft geen klinkende titels voor haar naam staan (of ze negeert ze) maar duidelijk is dat ze weet waar ze het over heeft en dat ze veel onderzoek heeft gedaan.
“Het is”, zo schrijft ze, “haar eigen zoektocht naar kennis van en hoop op een voortzetting van het leven”.

Nee, dit is geen boek over hoe de hemel eruit ziet maar hoe mensen door de eeuwen heen erover hebben gedacht en geschreven en op andere manieren zich hebben geuit.
Boeiende materie want iedereen denkt daar wel eens over; wat komt er na de dood, bestaat er überhaupt een hemel - en hel -   en hoe zien die er dan uit.



De gedachten over het hiernamaals uit alle grote religies komen langs: het Hindoeïsme en Boeddhisme, het Jodendom, de Islam en het Christendom. Plus wat kleinere bewegingen zoals het spiritisme waar Sir Arthur Conan Doyle een bekende aanhanger van was. Het boek ‘Arthur en George’ van Finch gaat daarover.

Psychedelica en wetenschappelijk onderzoek. Parapsychologie, de Godspot en BDE ervaringen.

Wanneer ik zo lees over alle religies merk ik dat overal en altijd het verlangen naar voren komt naar gerechtigheid, volmaaktheid en voortbestaan. Soms in de vorm van reïncarnatie.  
Elke religie heeft zo haar eigen beelden, woorden en vormen maar deze behoeftes zijn universeel en kun je daarin teruglezen.
Dat is best wonderlijk.

De echte oorsprong van religie blijft in nevelen gehuld. En dat verbaast me eigenlijk niet.
Wolff noemt wel de vijf stadia van John Lubbock: Atheïsme,  Fetisjisme (god in een voorwerp),  Totemisme( in de natuur zijn goede en kwade geesten)en Sjamanisme (de goden leven in een afzonderlijk rijk) en de afgoderij. (het maken van goden in menselijke gedaanten). Daar zouden volgens mij de Dromers van de Aboriginals (p28 ) nog tussen gepast moeten worden maar die waren mogelijk niet bekend bij Lubbock.
Ach, zo’n lijstje is ook weer aan veranderingen onderhevig. Merlin Donald dacht er honderd jaar later weer anders over.
Hij gaat voor een ‘mimetische’ cultuur bij primaten. Gebaseerd op gebaren en nabootsen waar dan weer rituelen uit voort vloeiden.

De oorsprong van religie kan liggen in het gevoel van betekenis geven wat zich bij de bewustwording mee ontwikkelde; de overweldigende krachten van de natuur en de daarmee gepaard gaande angsten. Of het geloof in een voortzetting van dit leven na de dood wat kennelijk toch universeel lijkt te zijn.
Maar dán moet er logischerwijs in de mens iets zijn wat ‘on-lichamelijk’ is denk ik. We noemen dat nu de ziel.
Wellicht is het een combinatie van al deze factoren. Hóe je in het hier en nu leeft is wel van belang. Ook een universeel idee.

In het Jodendom gaf God zijn wetten aan de joden voor het leven maar er werd weinig over de dood of wat erna komt gesproken. Er ontwikkelde zich wel een idee over het hiernamaals, de Sjeool.  In het Grieks: Hades

En volgens mij van de 'Olam Haba' de toekomende wereld. De tijd van de Messias. Maar oké, dat is in het hier en nu.
In het Christendom, meer gebaseerd op het Nieuwe Testament,  golfde het geloven in hemel en hel wat heen en weer. Jezus verkondigde het Koninkrijk de Hemelen en sprak over de levende doden in Matt 22: 29, 31-32. In Matt 25 spreekt Hij over het laatste oordeel waarin de mensen die rechtvaardigheid verspreiden, hongerigen voeden, zorgen voor de armen en verdrukten en de vreemdeling welkom heten. Zij zullen in heerlijkheid worden opgenomen.
Paulus sprak over een transformatie van gelovigen die steeds meer op Jezus zouden gaan lijken en hij verwachtte een spoedige wederkomst met daaraan verbonden een eeuwig leven.
Dat bleek niet te kloppen want we zijn nu tweeduizend jaar verder, dus moet er geherinterpreteerd worden.

In de vroege tijd en middeleeuwen ontstonden levendige beelden over het leven hierna: denk aan Jeroen Bosch, Dante Alighieri en Michelangelo. Dat was wel zo handig om de grote groep van ongeletterde gelovigen in het gareel te houden.
Na de reformatie en contrareformatie gingen de ideeën en meningen uit elkaar lopen.
Mystici en pragmatici ontwikkelden allemaal hun eigen ideeën; er zijn er inmiddels net zoveel als er kerkverbanden zijn.
Op een dag zullen we het weten (of nooit, wanneer er niets is maar dat geloof ik niet) want tot nu toe is er ‘niemand die met een verifieerbaar verslag uit het hiernamaals is teruggekomen.’

In de andere religies zijn ook allerlei gedachten over het leven hier en hierna. De overkoepelende ideeën zijn dat je goed leeft en dan beloond zult worden.
'Wat gij niet wilt dat u geschied....'
Daartussen is het Christendom toch uniek.
Omdat we niets hoeven te doen voor een leven in de hemel of op de vernieuwde aarde; het is allemaal voor ons gedaan. We hoeven het alleen maar te geloven.
Eerst de overgave in geloof en dan zul je het zien. Dan ga je anders denken en anders willen. Meer in overeenstemming met de Goddelijke wil die Hij kenbaar heeft gemaakt in zijn leefregels. Ehm…wel met vallen en opstaan. Helaas.
Nu was er nog iets wat ik wilde melden maar dat floepte mijn brein weer uit.

In ieder geval geeft een leven na dit leven hoop aan talloze mensen al is het niet aan iedereen. Er  zijn er die beslist geen leven na dit leven ambiëren.
Langzamerhand raak ik er ook van overtuigd dat a(nti)theïsten een vorm van angst kennen. Een angst van een ‘Olam Haba’ die niet onder controle te krijgen is, nu niet en ‘morgen’ ook niet in tegenstelling tot het geloof in de wetenschap. De wetenschap heeft de pretentie en illusie om alles op een dag onder controle te hebben. Dat was in ieder geval het streven van Stephen Hawking.
Bij zoiets vaags als een hiernamaals zal dat nooit lukken en het roept vaak angst op wanneer je niet weet waar je aan toe bent.

Wat moet je met een ‘Lichtstad met uw paarlen poorten…’ ?
Ik moet altijd een beetje  grinniken wanneer dit gezongen wordt. Zeker, het is hoopgevend maar of het realistische is blijft wel de vraag.
Het komt uit de Openbaringen van Johannes, het laatste Bijbelboek. Maar in zijn visioenen  komen zoveel wonderlijke beelden naar voren dat ik ze niet meer letterlijk kan nemen.
Het is ook duizend keer boeiender om naar betekenissen te zoeken.

Iets waar ik bijvoorbeeld steeds weer tegenaan loop is dat Hemelse Jeruzalem waar zij, die Zijn geboden doen naar binnen mogen. (Openb 22: 14, 15)  Ontuchtplegers, moordenaars en leugenaars mogen die stad niet in. Maar, zo vraag ik mij dan af: zijn die daar dan nog?  Zijn zij niet allang geoordeeld en weg?
Misschien moet ik het geestelijk allemaal eens in elkaar zien te passen. Werk aan de winkel.

Al met al is het boek een aanrader ook al valt het mij op dat ze weinig schrijft over de hel.

 

…Who Wants to Live Forever?....

vrijdag 12 oktober 2012

Plagen van Egypte

De plagen van Egypte waren voor mij altijd raadsels. Het leken willekeurige straffen waar geen enkel verband tussen te vinden was. Ooit hoorde ik een opmerking dat die plagen te maken hebben met de goden van Egypte. Zo kwam ik pas weer op een spoor en heb ik een poging gedaan om het eens uit te zoeken.
Ook was er eens op National Geographic een programma met wetenschappelijke verklaringen. Helaas ben ik het grootste gedeelte vergeten. Maar dat is, zo zag ik, na te zoeken op Wikipedia.
In Ex 12: 12 wordt de aandacht gevestigd op het doden van alle eerstgeborenen, en passant wordt er aan toegevoegd: …………’En Ik zal aan al de goden van de Egyptenaren strafgerichten uitoefenen, Ik, de Heere’. (HSV)

1. Water in bloed (Ex 7: 14-25) tegen de godheid Chnum die de overstromingen van de Nijl regelde, tegen Hapi, die dezelfde taak had en zoon was van Horus en tegen Osiris. Als ik mijn boek goed begrijp is Osiris een opagod van Hapi, had ook met de Nijl te maken en was heerser van het dodenrijk.
2. Kikkers (Ex 8: 1-15) tegen Heket, godin van de geboorten en symbool van leven en vruchtbaarheid. Dochter van de zonnegod Ra. Zij wordt afgebeeld met een kikkerkop. Tegen Huh die de ruimtelijke oneindigheid symboliseert. Hij wordt ook afgebeeld als kikker of met een kikkerkop.
3. Stof wordt luizen (Ex 8: 16-19) en 4. ander ongedierte (Ex 8:20-32) tegen Seth, een belangrijke god van chaos en onvruchtbaarheid.
5. Veepest (Ex 9: 1-7)tegen Hathor. Zij is een veelzijdige moedergodin die vaak wordt afgebeeld al een koe. Tegen Isis, godin van de bescherming en genezing.
6. Zweren aan mens en dier (Ex 9: 8- 12) Tegen Sechmet en Isis, aan hen worden magische krachten toegeschreven zoals geneeskunst.
7. Hagel (Ex 9:13- 35) tegen Neper, de koren god en Nepit zijn vrouw en tegen Set, de god van de chaos en de storm.
8. Sprinkhanen (Ex 10: 20) Mogelijk tegen Osiris, want hij wordt vereerd als vegetatie god, god van de vruchtbare aarde en van de overstromingen van de Nijl.
9. Duisternis (Ex 10: 21- 26) tegen de zonnegod (Amon)Ra en Aton, die later tot enige ware god werd verheven onder Amenhotep IV (of Achnaton) en tegen Chepre, de opgaande zon die wordt voorgesteld als scarabee (mestkever). Ik denk ook tegen Horus, één van de voornaamste Egyptische goden. Hij wordt afgebeeld als een valk waarvan de ogen de zon en de maan symboliseren. Tegen Nut, waaruit elke dag de zon werd geboren.
10. Dood van alle eerst geborenen (Ex 12: 29- 33) tegen Chnum, die ook de schepper van de mens is. Hij wordt afgebeeld als ram of met een ramskop. Tegen Ipet, ook een geboortegodin, afgebeeld als nijlpaard en Selket, een schorpioengodin die beschermster van het leven is.

Het Egyptische pantheon is veel uitgebreider dan de goden die hier worden genoemd. Eerlijk gezegd is het een grote chaos wanneer je je erin verdiept. Goden gaan door de tijd heen in elkaar op en krijgen kinderen. Er is veel overlap in functies waardoor het lastig is om het echt overzichtelijk en duidelijk te krijgen.
De meeste informatie komt trouwens uit het boek: ‘Wie is wie in de mythologie’.
Zijn deze plagen nu allemaal echt gebeurd? Ooit tijdens mijn zoektocht daarnaar stuitte ik op het 'I-puwer geschrift' dat in ons eigen Leidens Museum wordt bewaard.
(Link) Het stamt vermoedelijk uit 1850-1600 BC terwijl de uittocht wordt gedateerd in 1450 - 1400 BC. Ook vermoedelijk.
Het geschrift beschrijft een periode van natuurrampen en chaos.
Ook in dit geval denk ik weer dat er in het Bijbelverhaal een kern van waarheid zit maar dat er verhalen omheen zijn gemaakt om ons, mensen het één en ander duidelijk te maken.
Aan de andere kant is dit ook weer een deel van de geschiedenis van de Joden. Wie ben ik om daaraan te gaan zitten morrelen?
Vaak wordt gedacht dat de Israelieten iets te maken zouden hebben gehad met de Hyksos, genoemd op de bewuste Wiki-pagina, omdat dit volk ook van Semitische oorsprong was. Zelf denk ik niet dat het zo is. De Hyksos introduceerde de paarden in Egypte (googlen op Hyksos Brittanica) en de familieleden van Jacob waren juist klein-vee houders. Ook wordt er bij de uittocht niets over paarden geschreven i.t.t. de Egyptenaren.
Wat wel zou kunnen is dat de Farao ten tijde van Jozef een Hyksos Farao was en dat het een band gaf met Jozef door wie hij het tot onderkoning kon schoppen.
Via de Huffintonpost vond ik nog een overzichtje van de teksten van het I-puwer geschrift in vergelijking met de teksten in de Bijbel.

vrijdag 27 oktober 2017

#Metoo


Even voor de duidelijkheid: ik niet, maar ik geloof zo langzamerhand dat ik een uitzondering ben.
Met dankbaarheid bedenk ik nu dat ik om de één of andere reden daar altijd tegen beschermd ben.
Alle heren die toenadering zochten en ik afwees accepteerden dat. En verder werkte ik in een baan met voornamelijk vrouwen. Dat scheelt.
Toch sta ik geheel achter deze actie. Kom maar naar buiten met al die verhalen. Laat het alsjeblieft aan iedereen horen wat je is overkomen. Misschien dat het dan tot de ander helft der naties doordringt dat het niet normaal is om vrouwen te intimideren en te ge/misbruiken.

Maar laten we het ook even helder hebben waarover we eigenlijk praten want dat wordt in het vuur van de discussies wel eens uit het oog verloren. Het gaat vooral om foute=seksueel getinte handelingen ten gevolge van machtsmisbruik. In alle soorten en maten. Dat vooral, (dus niet altijd!) vrouwen en kinderen het slachtoffer zijn mag nooit uit het oog worden verloren.
De vraag die ook steeds maar gesteld wordt waarom een slachtoffer er niet eerder meegekomen is, is een verkeerde vraag. Het gaat om zulke intieme dingen, die hang niet aan de grote klok en je hoopt maar steeds dat het zich vanzelf wel oplost en wie zal je geloven?
Terwijl één keer onbeschoft heel duidelijk zijn al veel helpt.
Anderzijds las ik pas van een meisje dat al verschillende keren tijdens uitgaansgelegenheden werd verkracht. Ze deed aangifte en werd uitgelachen. 'Want je weet toch dat mannen zich niet kunnen gedragen en zeker niet met drank op'.
Pffft. Wat een onveilige wereld.

En ik wil zo graag een wereld waarin mijn dochter en mijn kleindochter zich veilig kunnen voelen en zich niet steeds behoeven af te vragen of hun broek te strak zit, hun rokje te kort is of hun decolleté te diep. Dat werkt al die onzekerheid zo in de hand en onzekere mensen zijn te manipuleren. Dat ondermijnt weer hun vertrouwen in de wereld.
Die kleding is niet de reden van verkeerd gedrag. Dat zit toch heus in mannen die denken dat....
Koert van Bekkum vraagt zich af in het RD van 25 oktober: ‘Is een campagne als deze wel het juiste middel om slachtoffers op te roepen met hun verhaal naar buiten te komen? Zien we hierbij in het Westen ook niet de gruwelijke achterkant van een vrijere seksuele moraal?
Deze reactie bevreemd mij zeer. Volgens mij zijn dat twee verschillende dingen. Het staat natuurlijk intelligent om kritiek te leveren. Dat merk ik ook in de praatprogramma’s waar het een hot item is, maar denkt hij nu werkelijk dat dit alleen voorkomt sinds de vrijere seksuele moraal?
Neen mijnheer van Bekkum, dit speelt al eeuwen en speelt zich ook af in landen/ plaatsen met een minder vrije seksuele moraal. Daar zit het alleen nog maar dieper in die doofpot.
Door het feminisme, dat binnen het christelijke wereldje zo’n negatieve connotatie heeft komt het eindelijk naar buiten!
Nu durven vrouwen het eindelijk te benoemen; voelen ze zich bij machte om dat te doen. En terecht!

Ook Ephimenco schrijft schamper in Trouw dat je niets hoort wanneer meisjes door Boko Haram worden verkracht en nu er Hollywooddames (affaire Weinstein) in het spel zijn is de wereld te klein.
Maar de Hollywoodsterren hebben nu eenmaal meer mogelijkheden dan de meiskes van Boko Haram en ik ben blij dat ze die nu gezamenlijk uit de kast trekken.
Misschien komt er een evolutie op gang naar een veiligere wereld voor de zwakkeren, naar minder machtsmisbruik. Met een goed gebruik van macht is niks mis. (om al die Paulusliefhebbers maar even tegemoet te komen)
Maar..... dan moet er ook meer kritisch in films worden geknipt en moeten actrices ook kritischer worden in hun keuze van te spelen rollen en eisen dat dit soort – bijvoorbeeld op de bil klappende - scenes zo min mogelijk voorkomen of alleen in corrigerende zin.

En alle mannen die er zo tegen deze #metoo actie in opstand komen verdenk ik er stiekem van dat ze zich ook bezondigd hebben aan dit grensoverschrijdende gedrag en zichzelf niet wensen te corrigeren.
Terwijl het zo gemakkelijk is om ‘sorry’ te zeggen.
But, ‘sorry seems to be the Hardest Word’.


woensdag 15 augustus 2012

Een robuuste kerk

Ondertitel: de Christelijke gemeente in een postchristelijke samenleving. Geschreven door Stanley Hauerwas, een Amerikaans theoloog. In 2001 is hij door Times magazine uitgeroepen tot Amerika’s beste theoloog. Voor zover dat waarde heeft.
Dit boek van hem bevat een aantal essays. Samengebundeld in 2010 door Jonker, Paul en Wallet. Daar zitten interessante en minder interessante stukken tussen. De één is ook wat gemakkelijker te volgen dan de ander. Vandaar ook dat het lastig is e.e.a. samen te vatten.
Het is inmiddels wel een boek geworden met heel veel potloodstreepjes en uitroeptekens. Geen enkel boek heb ik ook zo vaak moeten wegleggen om over de één of andere passage of uitspraak wat langer na te denken.
(en de band ligt uit elkaar boekencentrum! Maar dat zal wel komen doordat ie vaak in de zon op de tuintafel heeft gelegen…….)
Hij zegt de dingen heel kernachtig. Hij lijkt op een bepaalde manier orthodox maar hij weet het zo eigentijds te brengen. Ach, had ik maar zo’n buurman wat zou het leven dan plezierig worden. O, nee, het leven is niet plezierig, het leven is ‘deel hebben aan het avontuur dat christendom heet’. Maar ik heb soms wel enorm behoefte aan een aardse ‘goeroe’.
Het boek begint met een voorwoord met de reden dit boek uit te brengen en vervolgens een interview met Hauerwas waarin hij aanstipt wat verderop in het boek door middel van de verschillende essays wordt uitgediept.
Waar Dekker worstelt met de christelijke identiteit is Hauerwas daar heel helder in. De christelijke gemeenschap bepaalt die identiteit. Het boek lijkt daarom hoopvoller en het stimuleert om je schouders er weer eens onder te zetten. Het missionair zijn heeft bij hem geen prioriteit. Dat heeft de gemeenschap en in een geïndividualiseerde maatschappij als de onze is dat eigenlijk heerlijk om te lezen. Het atheïsme is voor hem geen vijand van de kerk, dat is de sentimentaliteit, (p 23) Christenen beginnen niet met het proberen anders te zijn. Anders zijn is geen deugd. (p 29) het christendom is de proclamatie dat God Christenen een geschenk geeft waarvan ze niet wisten dat ze het nodig hadden. (p 28) Dat geschenk verandert hun levens zo dat ze verlangen naar de juiste dingen op een juiste manier. Dát moet geleerd worden binnen de gemeenschap wat hij ook ‘kerk’ noemt. Maar meer dan eens schrijft hij er expliciet bij dat Gods Koninkrijk ruimer is dan de kerk. (hfdst 6)
De kerk heeft niet als taak om van de wereld het Koninkrijk te maken maar het is haar taak om trouw te blijven aan het Koninkrijk door aan de wereld een gemeenschap van vrede te tonen. (p 112) Daardoor is zij missionair. Op deze manier geloof ik er ook in.
Ketters moeten gewaardeerd worden; zij leren de kerk wat ze geloofd door te leren wat ze niet gelooft. (p 116) Helaas wijst de praktijk uit dat deze mensen eenvoudigweg de kerk worden uitgewerkt. Zoek maar een andere kerk. Keus genoeg. Raar is dat eigenlijk. Zelf heb ik ook meer geleerd op atheïstische fora dan op christelijke. Juist door flink tegengas te krijgen leer je het meest. Dat zou binnen een hechte christelijke gemeenschap gewoon moeten kunnen. Dat mis ik wel. In groepen of kringen is men zo bezig met theologische/ religieuze correctheid dat het af en toe afstoot.
Wat me in hoofdstuk 9: ‘Vrede stichten: de deugd van de kerk’ het meeste aansprak is dat echte vredestichters juist de confrontatie aangaan met de wetenschap dat ook zij vergeven mensen zijn. Het confrontatieproces kan er op uitdraaien dat je dingen verkeerd hebt in geschat.
Een ontroerend hoofdstuk over 9/11: Toen is de wereld niet veranderd; dat gebeurde omstreeks 33 na Christus.
Een hoofdstuk met de titel: ‘ Waarom homo’s (als groep) beter zijn dan christenen (als groep)’ met de nodige humor, maar met een diepe waarheid. Stukken over het gezin en over abortus. Met een mooie, zeer aansprekende preek van een leerling van hem waar het gaat over de ongeborenen als de onaanzienlijken uit Matth. 25.

Ik zou nog veel meer kunnen aanhalen maar een ieder leze en oordele zelf………..een aanrader!

woensdag 18 januari 2017

Niet in Gods Naam


ondertitel: 'een pleidooi tegen religieus extremisme en religieus geweld' geschreven door Jonathan Sacks.
Ik las een digitale editie want mijn boekenkast wordt te klein. En laat ik het nu voor altijd onthouden: dit type boeken moet ik niet digitaal lezen. Er staan zoveel voetnoten in, en heen en weer bladeren op een e-reader is gewoon lastig.

Ook dit boek bestaat weer uit drie delen.
1. Slecht geloof
2. Broers en zussen
3. Het open hart.
Het betoog uit dit boek is in het kort dat er wel een verband bestaat tussen geloof en geweld maar dat is beperkt en indirect en juist religie kan een antwoord geven op het geweld.


In het eerste deel beschrijft Sacks de evolutionaire -gewelds- ontwikkeling van de mens in relatie tot religie: dat hij het beste, maar ook het slechtste in zich heeft; een engel is, maar ook een demon. Een engel voor de eigen groep en een demon voor degenen die buiten die groep vallen.
We hebben de neiging om de eigen groep hoog te achten ten koste van de andere groep.
Ons zoeken naar identiteit ontaard in een dualistisch Wij en Zij denken.
Alle religies, die gebaseerd zijn op liefde en mededogen, zijn ooit in staat geweest om de ongelovige ander te zien als satan, de antichrist, kinderen van het duister. In de naam van God zijn op deze manier de meest vreselijke dingen aangericht.
‘Als we de wereld blijven verdelen in kinderen van het licht en kinderen van het duister, dan zijn we in staat om de ander te ontmenselijken en te demoniseren, onszelf als slachtoffer te beschouwen en altruïstisch kwaad te bedrijven.’
Altruïstisch kwaad is kwaad wat gebeurt met een beroep op het heilige.
Dit is in het kort wat hij in zijn boek uitgebreid uitlegt. Hij haalt de filosoof Rene Girard aan die deze mechanismen ook heeft beschreven. Inclusief het zondebokmechanisme.

In het tweede deel beschrijft hij verhalen uit het boek Genesis, - wat hij ziet als narratieve filosofie - om te laten zien dat die verhalen de confrontatie aangaan met dit feit. Die verhalen dwingen ons om de ‘menselijkheid van de ander’ te zien. In de eerste hoofdstukken van de Bijbel wordt al een verband gelegd tussen geweld en geloof: het verhaal van Kaïn en Abel. Maar de Bijbel spreekt zich er iedere keer weer tégen uit.
Kaïn, Ismaël en Ezau worden trouwens niet afgewezen. Ook diegenen die buiten een verbond staan worden gezegend en zijn geliefd door God. Zelfs Egypte en Assyrië volgens Jesaja 19:19 - 25
‘De Bijbelse ethiek is een lange les in rolomkering’. Een soort omdenken.
Sacks heeft het dan over het Oude Testament, maar Jezus zegt in het Nieuwe vaak dezelfde dingen, bijvoorbeeld over je vijanden liefhebben. Maar dat weet Sacks ook wel want hij gaat daar ook op in.

De titel van het derde deel spreekt voor zich. Hoe stellen we ons hart open.
Een mooi voorbeeld geeft Sacks over de antisemitische Hongaar Csanad Szegedi die ontdekte dat hij jood was. Dat was even slikken voor hem, hij stond ineens ‘aan de andere kant’!
Inmiddels woont hij in Israël.
Abraham en Mozes wisten wat het was om een vreemdeling te zijn. Mozes zelfs dubbel. Het volk van Israël wist dat ook ten tijde van de ballingschap in Egypte. Ze kregen de opdracht om zich dat te blijven herinneren. Niet om in het verleden te leven maar om een herhaling te voorkomen.

Ook mooi: ‘Waarom wel Izak en niet Ismaël? Waarom wel Jakob en niet Ezau? Omdat Ismaël en Ezau sterke inventieve mensen zijn die het redden door hun eigen vaardigheid en handigheid. Het volk van het verbond moet in zichzelf een getuige zijn van iets boven zichzelf.’
En:
‘Onze gedeelde menselijkheid gaat vooraf aan onze religieuze verschillen. Elke religie die anderen alleen maar ontmenselijkt omdat hun religie anders is, heeft de God van Abraham verkeerd begrepen.’

In één van de laatste hoofdstukken wijst hij op het gevaar van apocalyptisch denken. Hij omschrijft het als de zoektocht naar verandering zonder het trage proces van onderwijs. Een zoektocht naar onmiddellijke verlossing en de gevaren daarvan.
Hij is echt een meester in mooie one-liners. Ik heb hem al eens eerder aangehaald in dit blogberichtje.

Nog een paar dan : ‘Fundamentalisme ontstaat zodra mensen het gevoel krijgen dat de wereld in de positie is om het Woord te verslaan. Zijzelf zijn daarentegen vastbesloten de wereld te verslaan door middel van Woord.’
en
‘De misdaden uit naam van de religie hebben één ding met elkaar gemeen. In plaats van zich te laten vormen naar Gods beeld, plooien ze God naar ons beeld.’
De kritiek die ik op zijn vorige boek had zet hij in dit boek recht. (hfdst 15)
Hier een uitgeschreven interview met Jonathan Sacks met Lisette Thooft van Nieuwwij.


Een heel leerzaam boek. Wel jammer trouwens dat ‘die anderen’ om uiteenlopende redenen dit boek waarschijnlijk nooit zullen lezen........


maandag 16 maart 2020

Corona


We kunnen er niet omheen. Het virus heeft de wereld lamgelegd. Een pandemie. Met crashende beurzen, mogelijk gevolgd door een economische depressie.
In China begonnen en inmiddels onder controle, zo begreep ik, maar nu met Europa als brandhaard.
Fascinerend om dat allemaal van een afstand te bekijken. Wat zo’n klein dingetje allemaal teweeg kan brengen. (O. a. een lege agenda, dus veel tijd om te lezen.)
Frankrijk zit inmiddels ‘op slot’. Je mag daar alleen nog naar buiten als je daar een goede reden voor hebt. Vrienden van ons zijn er in hun vakantiehuis gestrand. Hoe dat verder moet weten wij en zij niet. Maar ik kan me eigenlijk wel een slechtere plek bedenken om te verblijven.
Ik ben bezig in een boek van Barbara Tuchman over de veertiende eeuw. Toen raasde de pest/zwarte dood door Europa. Een derde deel van de mensheid bezweek hieronder. In China halveerde de mensheid bijna. Dat waren pas aantallen. Maar goed, we zijn er hier nog niet.
Dat ontstond door een klimaatverandering naar nattere zomers waardoor oogsten mislukten en de mensen zwakker en dus vatbaarder werden voor ziektekiemen. In dit geval bacteriën van vlooien op ratten en omgekeerd en richting homo sapiens.
Ook de Spaanse griep net na de eerste Wereldoorlog eiste verschrikkelijk veel slachtoffers. Tussen de vijftig en honderd miljoen! In Nederland dertig tot veertigduizend doden. Dat werd veroorzaakt door een virus.
Dan hebben we kortgeleden het Sars in 2003 (geen doden in Nederland), Mers 2012- 2017 (geen doden In Nederland) en de Mexicaans griep in 2009 (25 doden in Nederland) gehad.

Nu weer een gevaarlijk virus, vooral voor ouderen en zwakkeren. Om het virus aan banden te leggen worden vele maatregelen genomen. Dat moet ook en gelukkig is die kennis er nu.
Maar waar ik me wel over verbaas is dat de onderbuiken gaan regeren. Of je dat nu wilt of niet. Het hamsteren van werkelijk alles en vooral toiletpapier. Zouden de mensen als mummies in papier maché begraven willen worden ofzo?
Het stil leggen van de scholen is ook zoiets. Wetenschappelijk schijnt dat niet nodig te zijn maar onder druk van de publieke opinie gebeurt het nu toch.
Van een ex-collega hoorde ik over de angst bij oudere mensen. Begrijpelijk, want voor die groep is dit virus het meest gevaarlijk. Maar wat willen we?
Op deze aardkloot en in dit verouderende lichaam het eeuwige leven? Lijkt mij niet zo verstandig.
Is het niet beter om als oudere te wennen aan het idee dat je eens dit ondermaanse moet loslaten en verlaten? Want dat komt gegarandeerd.
Het geeft zoveel rust wanneer je dat hebt geaccepteerd.

Toen de epidemie losbarstte leek het ook dat iedereen die positief bevonden werd, ook meteen zijn/ haar doodvonnis hoorde. Gelukkig horen we nu ook van mensen die genezen zijn en immuniteit hebben opgebouwd. Dat er ook velen zijn die een lichte vorm doormaken, alsof ze een griepje hebben gehad. Het kan allemaal.
Het grootste gevaar zit in het feit dat het een nieuw virus is en nog niemand antistoffen heeft gemaakt. En, zo hoorde ik vanavond, er is geen peil op te trekken wie een milde of juist een heftige reactie op dit virus vertoont.
Wanneer dit alles weer achter de rug is en er is een vaccin (en de beurzen zijn weer opgekrabbeld en we zijn uit de economische depressie) ………..komt er wel weer een nieuwe variant.